STUDIEREIS ZATERDAG 15 MAART 2014
* GENT: GERICAULT, FRAGMENTEN VAN MEDEDOGEN
* DUINKERKEN: FRAC en LAAC
GERICAULT, FRAGMENTEN VAN MEDEDOGEN
MSK, Gent
In 1908 verwierven De Vrienden van het Museum voor Schone Kunsten Gent op een Parijse veiling voor een mooie prijs een schilderij van Théodore Géricault (1791 – 1824) met als titel ‘De waanzinnige moordenaar’. Bij deze gelegenheid vroeg de lokale pers zich af wie er zo gek zou zijn om in zijn woonkamer het portret van een moordenaar op te hangen! Het portret – dat eigenlijk dat van een kleptomaan was – maakte samen met onder andere ‘De ijverzuchtige’ uit het Musée des Beaux-Arts de Lyon en ‘De kinderdief’ uit het Museum of Fine Arts in Springfield Massachusetts, deel uit van een reeks portretten van geestesgestoorden die door Géricault in het hospitaal ‘La Salpêtrière’ in Parijs geschilderd waren.
Door deze reeks portretten, evenals door zijn meesterwerk ‘Het vlot van de Medusa’, kreeg Géricault snel naam als de schilder van de gruwel, van de pijn, van de waanzin en van de dood. De tentoonstelling in het Museum voor Schone Kunsten Gent toont door middel van schilderijen, tekeningen, prenten en documenten een andere benadering van deze door de realiteit en alle aspecten van de menselijke natuur begeesterde kunstenaar. Door een vrijwillig streven naar een dagelijks bestaan, soms gelukkig, maar in een tijdsgewricht dat ten prooi was aan de stuiptrekkingen van de geschiedenis dikwijls ook gewelddadig of dodelijk, tracht Géricault de mens in al zijn facetten te ontraadselen. Hierbij legt hij getuigenis af van een diepe empathie voor zijn modellen, van wie het gelaat de littekens van het leven draagt. Door het verdriet maar ook de hartstochten van zijn tijdgenoten vol mededogen te willen delen, raakt hij echter uitgeput en vernietigt tenslotte zichzelf.
Werken van andere kunstenaars zoals Füssli, Goya, Delacroix en Menzel laten ons toe om de context waarin Géricault werkte beter te begrijpen.
Deze tentoonstelling werd gerealiseerd in samenwerking met de Schirn Kunsthalle in Frankfurt
DE ‘JUPONS’ VAN DE REVOLUTIE
Aansluitend vindt een kleine tentoonstelling plaats over de rol van de vrouw tijdens de Franse Revolutie: “De Marianne-figuur in de kunst verbeeldde niet alleen de jonge Franse Republiek en de Vrijheid. Ze was geen ideaal of allegorisch beeld, maar bestond echt, en was getekend naar de trekken van een alledaagse schone. Vrouwen streden net zo goed als mannen in de revolutionaire stoottroepen. Enkelingen slaagden er zelfs in om een politieke rol te spelen, doch hun lot was veelal beklagenswaardig. Zo was er Théroigne de Méricourt, een vrijheidsstrijdster, die in 1792 op de barricaden stond en uiteindelijk als ‘waanzinnige’ opgesloten werd in La Salpêtrière, zoals de zogenaamde ‘Hyena’ waarvan Géricault een portret maakte, en waar ze 20 jaar later stierf.
FRAC' FONDS REGIONEAUX D’ART CONTEMPORAIN'
Duinkerken
HET GEBOUW
Frankrijk telt momenteel 23 'Fonds Régioneaux d’Art Contemporain'.Vorig jaar vierden zij de dertigste verjaardag van het besluit dat aan de basis lag van hun oprichting. De regering Mitterand wilde het kunstbeleid decentraliseren en zo werd op initiatief van de toenmalige minister van cultuur Jacques Lang in elke regio een kunstdepot (FRAC) opgericht. Elke FRAC beschikt over een ruim jaarlijks aankoopbudget om de drie belangrijkste doelstellingen te verwezenlijken: de afstand tussen de hedendaagse kunst en de bevolking verkleinen, actuele werken verzamelen, en ze aan zo veel mogelijk mensen tonen en via publiekswerking toegankelijk maken. Samen vormen de fondsen de derde grootste overheidscollectie hedendaagse kunst in Frankrijk. Het merendeel van de werken dateert van na 1960 en is van de hand van artiesten die representatief zijn voor de Franse en internationale beeldende kunst.
Het FRAC Nord-Pas de Calais heeft het jaren lang moeten stellen met een oud gebouw waar enkel plaats was voor een magazijn en kantoren. Directrice Hilde Teerlinck - een uitgeweken Vlaamse - is dan ook maar wat blij dat de collectie vanaf nu een ruime tentoonstellingsruimte krijgt. Het gebouw in Duinkerken is daarmee één van de vier nieuwe FRAC gebouwen die getuigen van een nieuwe ontwikkelingsfase: de regionale verantwoordelijken vonden het belangrijk de collecties een vaste stek te geven. Hilde Teerlinck noemt ‘haar’ FRAC géén museum maar een ‘bewaar- en tentoonstellingsruimte.’
Voor Duinkerken ontwierpen de architecten Lacaton & Vassal - die o.a. voor de verbouwing van het Palais de Tokyo in Parijs tekenden - een transparante kopie van het historische ‘atelier de préfabrication n°2’ (AP2). Deze gigantische hal - waar vroeger onderdelen voor de scheepsbouw werden gemonteerd - maakte zo’n indruk op de architecten dat zij er voor kozen om het oorspronkelijke gebouw onaangeroerd te laten en er als een hedendaagse tweeling een nieuw gebouw met exact hetzelfde volume, dezelfde grondoppervlakte en dezelfde hoogte als het historische AP2 tegenaan te plakken. Het interieur van het FRAC kenmerkt zich door een uitgepuurde architectuur, ontdaan van alle frivoliteiten en doet daardoor qua structuur enigszins aan het MAS in Antwerpen denken. Het FRAC is een gebouw met een buiten- en een binnenschil die van elkaar gescheiden worden door een rondgang van trappenhallen en gaanderijen.
Naarmate men, verdieping per verdieping, naar boven gaat ontdekt men één van de belangrijkste eigenschappen van het gebouw: de lichtinval en het zicht op de Noordzee. Deze maken integraal deel uit van de architectuur. Bij de oprichting van het FRAC was niemand in de regio in het initiatief geïnteresseerd, maar dertig jaar later wordt de collectie van Duinkerken door heel Frankrijk benijd.
LE FUTUR COMMENCE ICI
Om ter gelegenheid van de dertigste verjaardag de collectie van het museum in de kijker te plaatsen, werd een selectie uit de eigen collectie van méér dan 1500 werken samen gebracht onder de noemer ‘Le futur commence ici’.
De tentoonstelling is opgevat als een confrontatie tussen gevestigde waarden als Andy Warhol, Gerard Richter en Dan Flavin met jongere kunstenaars als Gabriel Kuri en Walead Beshty.
Andere kunstenaars zijn: Afif, John Armleder, Otto Berchem, Angela Bulloch, Andre Cadere Claude Courtecuisse, Anne Collier, Matthew Darbyshire, Dejanov en Heger, Angela de la Cruz, Marcel Duchamp, Sam Durant, Latifa Echakhch, Peter Friedl didier Fiuza Faustino, Piero Gatti, Cesare Paolini, Franco Teodoro, Martí Guixe, Isabell Heimerdinger, Georg Herold, Fabrice Hyber, Donald Judd, Scott King, Lang / Bauman, Rainier Lericolais, Antonia Low, Ari Marcopoulos, Mathieu Mercier Philippe Meste, Olivier Mosset, Bruce Nauman, Gabriel Sierra, Markus Sixay, Superflex, Rirkrit Tiravanija, Rosemarie Trockel, Gavin Turk, Daan van Golden, Barbara Visser, Lawrence Weiner, Franz West, Christopher Wool, Lorena Zilleruelo.
LATIFA ECHAKHCH: ‘À CHAQUE STENCIL UNE REVOLUTION’
De semi-permanente installatie van de Marokkaanse Latifa Echakhch. ‘À chaque stencil une révolution’ (naar een citaat van Yasser Arafat) neemt een hele ruimte in beslag. De muren zijn bekleed met honderden bladzijden carbonpapier: materiaal dat in analogere tijden gebruikt werd om allerhande (politieke) boodschappen of beelden te verspreiden. De onderste helft werd besproeid met alcohol waardoor het pigment van de wanden op de vloer afgelopen is. Alle potentiële boodschappen en ideeën lijken zo opgelost en verbleekt. Een eenvoudig maar zeer krachtig werk.
LORENA ZILLERUELO
Op de vierde verdieping maakt de bezoeker kennis met een van de stokpaardjes van dit FRAC, de interactie tussen verschillende kunsttakken, in dit geval tussen beeldende kunst en design. Vooral het deconstructieve werk van Barbara Visser, die designklassiekers aan een grondige revisie onderwerpt,bekoort..
In de bioscoopruimte op de derde verdieping wordt de interactie met het publiek - één van de pijlers van het FRAC beleid - geïllustreerd door een video-installatie van Lorena Zilleruelo. Zij baseerde haar werk op een 19de-eeuws schilderij van Giuseppe Da Volpedo. Naargelang de toeschouwer zich in de projectieruimte beweegt wordt de actie op het scherm - een optocht van arbeiders onder aanvoering van twee mannen en een vrouw met baby - gestuurd via een aantal sensoren.
HET LAAC
Te midden van een beeldentuin, waterpartijen, steenblokken en windvlagen – het strand ligt maar een boogscheut ver – strekt het Lieu d’Art et Action Contemporaine (LAAC) zich met zijn verrassende architectuur in witte keramiek naar de hemel uit. Het museum, dat bruist en straalt zoals in de jaren van de popart, bezit een erg uitgebreide collectie van meer dan 1500 kunstwerken als spiegel van de jaren 1940-1980. Zo zijn er werken te zien als Circus van Karel Appel, Car Crash van Andy Warhol en Valise Expansion van César, die afhankelijk van de tentoonstellingskalender afwisselend gepresenteerd worden. Een echte ‘must’ in het museum is de verzameling grafische kunst waar de bezoeker uitzonderlijk zijn eigen weg kan uitstippelen en in de vele laden en schuifkasten zowat 200 tekeningen en prenten kan bewonderen.
Langs de kronkelige paadjes en tussen de watervlaktes duiken achttien metalen, betonnen of stenen beeldhouwwerken op: werken van Arman, Dodeigne, Venet, Appel, Zvenigorodsky, Moth, Lalanne, Paul Van Hoeydonck, Visieux, Samel, Storel, Féraud, Claisse.
MSK, Gent
De semi-permanente installatie van de Marokkaanse Latifa Echakhch. ‘À chaque stencil une révolution’ (naar een citaat van Yasser Arafat) neemt een hele ruimte in beslag. De muren zijn bekleed met honderden bladzijden carbonpapier: materiaal dat in analogere tijden gebruikt werd om allerhande (politieke) boodschappen of beelden te verspreiden. De onderste helft werd besproeid met alcohol waardoor het pigment van de wanden op de vloer afgelopen is. Alle potentiële boodschappen en ideeën lijken zo opgelost en verbleekt. Een eenvoudig maar zeer krachtig werk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten