zondag 17 augustus 2008

ULM DESIGN. THE MORALITY OF OBJECTS, HERBERT LINDINGER. EEN BOEKENTIP VAN DIRK VERHAEGEN

Het Bauhaus (Weimar, Dessau, Berlijn) kent iedereen.
De naoorlogse opvolger, de HfG te Ulm heeft ondanks het relatief korte bestaan ervan (1953-1968) een haast even mythisch aura.

Het was een school met internationale draagwijdte.
40 a 50% procent van de studenten waren buitenlanders, afkomstig uit 49
verschillende landen. Dit zorgde voor een wereldwijde verspreiding van Ulm-ideeën. ‘Ulm-ideeën waren ambassadeurs.’


De stichters hadden uitgesproken antifascistische intenties.
Een private stichting die de naam droeg van Hans en Sophie Scholl – leden van de ‘Witte roos’ en terechtgesteld door de Nazi’s- gaf de school zowel sympathisanten als verborgen vijanden. De Scholl-stichting met Amerikaanse en Noorse fondsen zorgde bij de aanvang voor onafhankelijkheid t.o.v. de Duitse onderwijsbureaucratie.

De school was gekenmerkt door hoop en wolkeloos optimisme, gesteund door Max Bills credo ‘het realiseren van een nieuwe cultuur’. Bronnen waren de verlichtingsfilosofie (rationalisme, positivisme, primaat van de rede), pedagogische ideeën van Pestalozzi, Montessori en Kerschenstein (actief leren, ‘work college’), de moderne cultuur (constructivisme, De Stijl, Bauhaus)
en institutionele concepten (campus universities, het Pratt Institute).

Max Bill 1953

‘We beschouwen kunst als de hoogste expressievorm in het leven, en het is ons streven het leven als een kunstwerk te realiseren. Zoals Henry van de Velde ooit stelde, willen we vechten tegen het lelijke met de hulp van het schone, het goede en het praktische. Het Bauhaus, als opvolger van de kunstschool door Van de Velde opgericht te Weimar had hetzelfde doel. Wij te Ulm nemen de zaak verder op, door nog meer waarde toe te kennen aan de vormgeving van objecten, door stadsplanning toe te voegen, door het departement Visueel Design up to date te maken en uiteindelijk door een departement Informatie toe te voegen. Dit alles komt voort uit de natuurlijke noden van onze tijd.’

Max Bill, oud-leerling van het Bauhaus, ontwierp het gebouw en werd de eerste rector. HfG was geen klakkeloze kopie van het Bauhaus. Vanaf ‘56 kreeg de school een typischer karakter, gekenmerkt door een nauwere relatie tussen design, wetenschap en technologie. Overheidsfinanciering werd noodzakelijk en wetenschap ging uiteindelijk over design heersen. Rond de jaren ‘60 raakten designers in de minderheid. Planologen, wiskundigen en industriële sociologen gingen domineren. Moraliteit, esthetica, normatieve waarden leken nutteloos geworden. Bij de docenten veroonde zich een ‘innerlijke emigratie’. Tussen 1962 en 1966 ontstond er onder Otl Aicher en Tomas Maldonado een nieuw evenwicht tussen theorie en praktijk.

De ideologische conflicten gecombineerd met de studentenrevoltes in ’68 werden de HfG fataal. De Landdag (inmiddels de belangrijkste financieringsbron geworden) stemde om het college te sluiten. De tegenstanders konden het zo voorstellen dat het college zichzelf had opgeheven.

Om de impact van HfG te illustreren enkele ontwerpen die in de school ontstonden:

- het design concept voor de firma BRAUN
- de metro van Hamburg
- TC 100 hotelgereedschap
- het eerste BRAUN HIFI-systeem
- de KODAK diacarrousel
- het corporate design van DEUTSCHE LUFTHANSA

Voormalige Ulmstudenten doceerden over heel de wereld. De school stond model voor vele designscholen. Veel ideeën en ontwerpen werden gemeengoed en dagelijkse realiteit. Veel kans dat u onbewust Ulm design in huis hebt!

foto: Hochschule für Gestaltung Ulm 1953-1968

Bron:

ULM DESIGN
The Morality of Objects
Herbert Lindinger
1991

ISBN-10:
0-262-12147-6
ISBN-13:
978-0-262-12147-7