donderdag 28 mei 2020

'VOOR HET KUNSTONDERWIJS IS DE AFSTAND TE GROOT'. KRIS CAMPO SCHREEF EEN OPINIESTUK IN DE STANDAARD.

Voor het kunstonderwijs is de afstand te groot
Kris Campo pleit ervoor om dit schooljaar te spreiden over twee jaar in academies voor beeldende kunsten.

'Mensen uit alle lagen van de samenleving en van alle leeftijden vinden een nieuw elan in academies'




De coronacrisis wordt bezworen door de macht van het getal. Dat is in alle sectoren zo, ook in het Deeltijds Kunstonderwijs in Beeldende Kunsten (DKO). De ateliers zullen pas vanaf begin juni weer opengaan, en dan nog maar voor een deel van de studenten. De strenge voorwaarden zullen een normale atelierwerking bijna onmogelijk maken. Toch zou er eind juni een vorm van evaluatie moeten komen.

De boodschap vanuit het ministerie van Onderwijs is duidelijk: corona of niet, een schooljaar is een schooljaar. Eén les op afstand is gelijk aan één les in de klas, ook al kan de docent de dimensie van een werk niet goed inschatten op het scherm van zijn laptop: 13 centimeter ziet eruit als 23 centimeter, driedimensionaal is gelijk aan tweedimensionaal, de juiste kleur is een kwestie van een degelijk beeldscherm.

We moeten zoals gewoonlijk evalueren en jureren. Niet zeuren, terug naar de normaliteit. Maar dat vinden wij níét normaal. Eén schooljaar beeldende kunsten in coronatijd is geen volwaardig schooljaar. Beeldende kunsten gaan over zien, kijken en voelen, daar komt geen enkele vorm van afstandsonderwijs aan tegemoet. En dus is één in dit geval gelijk aan twee. We moeten één schooljaar over twee jaar spreiden. Daar zijn verschillende argumenten voor.

Half werk

Om een werk als docent kritisch te kunnen beoordelen en te kunnen zeggen wat er beter kan, moet je het materiaal in je handen hebben

Eerst en vooral zou het niet eerlijk zijn tegenover de studenten om het schooljaar nu af te sluiten. Sinds midden maart moeten de docenten feedback geven op basis van een digitale reproductie van een doorleefd iets als een schilderij, een beeldhouwwerk, werkstukken in klei. Maar om een werk kritisch te kunnen beoordelen en te kunnen zeggen wat er beter kan, moet je het materiaal in je handen hebben, het met al je zintuigen benaderen. In deze omstandigheden kunnen we niet lesgeven. En kan de student niet leren. Dat is half werk.

In tijden van crisis moeten we roeien met de riemen die we hebben. Uit het afstandsonderwijs hebben we ook best veel gehaald. Theorie. Research. Troost. Verbinding. Motivatie onderhouden. Feedback bij benadering. Maar stellen dat dit volwaardig is, of een norm moet worden voor ons soort onderwijs, is je reinste onzin. Virologen waarschuwen dat er in het najaar een nieuwe golf dreigt aan te komen. Weer een periode op halve kracht: het verslapt ons onderwijs, de kwaliteit boet erbij in.

Daarmee komen we bij de lesgevers zelf. Wij moeten evalueren en jureren zoals we voor corona deden. Of toch min of meer, want tussen de regels door worden we aangemoedigd om deze keer met enig mededogen te oordelen. Is het eerlijk om studenten te beoordelen volgens de ‘normale’ standaarden, waarbij je een volwaardige begeleiding hebt gekregen? Op niveau afstuderen in vier jaar tijd is al een huzarenstukje. Dus nee, dat vinden wij niet eerlijk.

Geen expo, geen opendeurdag

Het volgende argument is de levensvatbaarheid van de academies. Heel wat studenten dreigen af te haken als er pas vanaf begin juni een-op-eenonderwijs komt voor een beperkt aantal leerlingen. Veel risicostudenten hebben al aangegeven dat ze een jaartje overslaan, uit angst voor het virus. Dan heb je ook nog de gedemotiveerde studenten die stoppen wegens niet gebalanceerde beoordelingen.

Bovendien komen er geen expo en geen opendeurdag. Nochtans zijn dat de momenten waarop academies nieuwe inschrijvingen krijgen. Dan zie en voel je wat er wordt gemaakt, je proeft de sfeer van de creativiteit. Minder studenten is gelijk aan minder uren, minder werk voor docenten, meer werkloosheid. Het departement Onderwijs zal minder moeten uitgeven. In het DKO staan de komende jaren voor miljoenen besparingen geprogrammeerd. Past dit alles niet wonderwel in dat kader?

Academies vervullen een belangrijke maatschappelijke rol. Mensen uit alle lagen van de samenleving en van alle leeftijden vinden er een nieuw elan. Wie ooit naar een eindejaarstentoonstelling of voorstelling is geweest in een academie voor deeltijds kunstonderwijs heeft het allicht ervaren: die enthousiaste sfeer van dankbaarheid en schoonheid. Jong en oud werken zich uit de naad om een ambacht of een kunstvorm onder de knie te krijgen. De opendeurdagen op het einde van het jaar zijn de hoogmis. Het moment waarop de studenten hun noeste persoonlijke arbeid delen met de gemeenschap. Geschilderde gangen, opgeruimde lokalen met creaties, nieuwe inzichten.

Die hoogmis is dit jaar niet mogelijk, maar allicht wel in juni 2021. Daarom: maak, voor wie wil, van één jaar twee jaar. Dat is gemakkelijker dan de regel van vier. Laat elke student zich opnieuw inschrijven en betalen, en evalueer het werk volgend jaar. Simpel, haalbaar en economisch.

KRIS CAMPO

Wie? Docent DKO beeldende kunsten.
Wat? Het is voor de studenten, docenten én de academies belangrijk dat ze het schooljaar in schoonheid kunnen afronden, en dat zal dit jaar niet lukken.


Er waren 138 ondertekenaars uit 36 verschillende academies!

Dit artikel verscheen in de analoge en digitale versie van de Standaard van 27 mei 2020.