dinsdag 21 maart 2017

STUDIEREIS ZONDAG 7 MEI 2017: K21: MARCEL BROODTHAERS. EINE RETROSPEKTIVE K20: OTTO DIX: ‘DER BÖSE BLICK’ KUNSTPALAST: CRANACH: MEISTER MARKE MODERNE

STUDIEREIS ZONDAG 7 MEI 2017:
K21: MARCEL BROODTHAERS. EINE RETROSPEKTIVE
K20: OTTO DIX: ‘DER BÖSE BLICK’
KUNSTPALAST: CRANACH: MEISTER MARKE MODERNE

K21: MARCEL BROODTHAERS. RETROSPECTIEVE.


Méér dan vier jaar lang hebben het Museum of Modern Art, New York, en het Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofia, Madrid, gewerkt aan deze uitgebreide retrospectieve naar aanleiding van het overlijden van Marcel Broodthaers veertig jaar geleden. De tentoonstelling, die bestaat uit méér dan 400 werken, toont alle aspecten van Broodthaers werk, overheen alle media die hij gebruikte. De presentatie in Düsseldorf, waar hij leefde en werkte van 1970 tot 1972, is meteen ook de laatste.


De Belgische kunstenaar Marcel Broodthaers (1924-1976) neemt in de hedendaagse kunst, temidden van de Pop Art, het Minimalisme en de Conceptuele kunst een kritische positie in. Hij startte zijn kunstenaarsbestaan als dichter maar omstreeks zijn veertigste wijdde hij zich aan de beeldende kunsten. Een dichter is hij echter altijd gebleven; net als bij Magritte duikt het woord (al zijn het vaak slechts letters) veelvuldig op in zijn werk. Net als bij Magritte trouwens is de  combinatie van woord en beeld vaak uitdrukking van een intellectueel spel  vol humor en ironie.



Denk maar aan ‘mossel’, dat in het Frans ook ‘moule’ (mal) betekent. Behalve installaties gebruikt Broodthaers veelvuldig fotografie en film in zijn werk, niet enkel als ‘kunst an sich’, maar ook om zijn oeuvre te documenteren en er een nieuwe dimensie aan toe te voegen. Het is erg moeilijk om het werk van Broodthaers te catalogiseren: het raakt aan vele stromingen en ‘ismen’ maar vormt er tegelijk een scherpe kritiek op. Deze kritiek geldt eveneens de ganse kunstwereld, van kunsthandel tot musea. Zo stichtte hij zijn eigen imaginair museum “Musée d’Art Moderne, Département des Aigles”, dat hij even imaginair failliet liet gaan. Neodadaïsme, pop Art, Nouveau Réalisme, Minimalisme, Conceptuele Kunst, hij is het allemaal wel een beetje en tegelijk toch ook weer niet. Wat wel vaststaat is de enorme invloed die hij heeft gehad en nog steeds heeft – in toenemende mate – op de Avant-Garde.






K 20: OTTO DIX : DER BÖSE BLICK


Otto Dix (1891 – 1969) was niet enkel een beroemde schilder. Bij leven was hij eveneens een meedogenloze criticus en in die hoedanigheid een gepatenteerde boeman van de Weimar-burgerij. Samen met George Grosz en Max Beckmann wordt hij beschouwd als de belangrijkste vertegenwoordiger van de ‘Neue Sachlichkeit’.


Otto Dix verbleef van 1922 tot 1925 in Düsseldorf. Als lid van de revolutionaire kunstenaarsgroep ‘Das Junge Rheinland’ ontwikkelde hij in deze erg creatieve en productieve periode zijn persoonlijke kritische signatuur en beeldtaal, die hem binnen de Duitse kunst van de 20ste eeuw bijzonder herkenbaar maken.Otto Dix verbleef van 1922 tot 1925 in Düsseldorf. Als lid van de revolutionaire kunstenaarsgroep ‘Das Junge Rheinland’ ontwikkelde hij in deze erg creatieve en productieve periode zijn persoonlijke kritische signatuur en beeldtaal, die hem binnen de Duitse kunst van de 20ste eeuw bijzonder herkenbaar maken.


Toen hij in oktober 1921 volledig berooid uit Dresden in het Rijnland aankwam, hoopte hij veel kansen te krijgen om zijn werk ten toon te stellen, en rekende hij op lucratieve opdrachten voor portretten. Met grote ambitie en gedrevenheid toog hij aan het werk. Op drie jaar tijd evolueerde hij van expressief ‘veristisch’ dadaïsme tot een nieuw-zakelijke portrettist die zijn medemensen compromisloos op het canvas afbeeldde.  Toen hij in 1925 naar Berlijn verhuisde was hij karakterieel open gebloeid en was hij als artiest gerijpt en volledig ontbolstert. Het was eveneens niet te verwonderen dat de roep van meedogenloze maatschappijkritische kunstenaar hem vooraf ging.
De tentoonstelling ‘Der Böse Blick’ is de eerste monografische tentoonstelling van deze buitengewoon productieve periode van deze kunstenaar. Na Düsseldorf reist ze verder naar Tate Liverpool.
‘De oorlog was een afschuwelijke gebeurtenis, maar desondanks ook iets geweldigs. Die mocht ik in geen geval missen. Men moet de mensen in een ontwortelde toestand gezien hebben om iets over de mensen te weten.’ Otto Dix 1961.



KUNSTPALAST: CRANACH: MEISTER MARKE MODERNE

 Lucas Cranach de Oude ‘1472 – 1553) is één van de belangrijkste schilders van de Duitse Renaissance. Hij was niet enkel bijzonder productief, zoals blijkt uit de méér dan 1500 werken die van hem bekend zijn, maar eveneens een kunstenaar die voortdurend op zoek was naar nieuwe oplossingen in verband met beeldvorming en compositie. Mede daardoor, en dank zij de levendigheid die zijn werken uitstralen, werd hij reeds door tijdgenoten als een groot meester erkend. Ook nu blijft zijn werk fascinerend.

 Reeds vanaf het begin van zijn schildersloopbaan, in Wenen omstreeks 1500, wordt zijn werk gekenmerkt door een verhoogde expressiviteit, die later typisch zal zijn voor de ‘Donauschool’. Met zijn aanstelling als hofschilder van de keurvorst van Saksen begint hij aan een lange, geslaagde carrière als één van de belangrijkste acteurs in de bewogen geschiedenis van Saksen in de eerste helft van de 16de eeuw. Als schilder en graficus slaagde hij er bijzonder virtuoos in om te voldoen aan de hoogste kwaliteitseisen die de keurvorsten aan hem en aan zijn werk stelden. Hij beschikte over een bloeiend atelier waarin hij experimenteerde met het optimaliseren van ‘mal-processen’ om een hoge kwaliteit te kunnen garanderen aan het in groot aantal geproduceerde werk.


Het werk van Cranach getuigt van zijn groot zelfvertrouwen, waardoor hij de confrontatie met andere schilders niet schuwt, in tegendeel deze eerder opzoekt. De vele vernieuwingen in zijn beeldtaal zijn enkel in deze context te begrijpen. De tentoonstelling focust op dit aspect van zijn oeuvre en belicht hoe hij het werk van andere kunstenaars in zijn eigen werk absorbeerde en het zelfs trachtte te overtreffen. Schilders die aan bod komen zijn onder andere Albrecht Dürer en Hans Holbein de Jongere. Ook de invloed van Italiaanse schilders als Jacopo de Barbari en Lorenzo Costa is onmiskenbaar, zoals blijkt uit de ‘Adam en Eva’ schilderijen. Cranach verstond de kunst om zich al deze invloeden en thema’s zo eigen te maken dat ze momenteel onlosmakelijk met zijn naam verbonden zijn.







PRAKTISCH

Datum: ZONDAG 7 MEI 2017.
Vertrek: 08h30 hoek Pulhoflaan – Grote Steenweg Berchem (halte tram 7 en 15)
Terug: rond 20h30

opgelet!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Inschrijven: alleen op  WOENSDAG 19 april 2017 vanaf 08h00 en uitsluitend via de Konsepttelefoon: 
0473 93 86 71.
Spreek een boodschap in en vermeld je naam en telefoonnummer of stuur een sms met je naam en telefoonnummer. Konsept zal je dan zo snel mogelijk contacteren.

Pas nadat Konsept je contacteerde, kan je het verschuldigde bedrag storten op de Konseptrekening IBAN  BE56 3200 6929 8688  -  BIC  BBRUBEBB  en is je inschrijving definitief.
Leden Konsept:  48 €; niet-leden: 58 €  (Leden hebben voorrang)
Graag duidelijk vermelden voor wie je inschrijft.



maandag 20 maart 2017

NIET TE MISSEN UITTIP: VOLKSOPERA COX AND BOX EN THE ZOO





VOLKSOPERA
Cox and Box en The Zoo
dinsdag 4 april 2017 - 20:15
Arenbergschouwburg



Cox and Box, een farce gebaseerd op het werk Box and Cox, is een begrip in de Engelse taal geworden. Twee totale vreemden blijken meer met elkaar gemeen te hebben dan ze dachten – een ‘romance of real life’.
Waarom moet liefde zo gecompliceerd zijn? Deze vraag staat centraal in de twee komische bonbons die Volksopera je presenteert. In The Zoo trachten twee liefdesparen de obstakels tot hun affectie te doorbreken, daarbij amper geholpen door The Great British Public, dat zich in de dierentuin verzameld heeft. Zo denkt een vermomde edelman zijn liefde te moeten tonen door alle snoepjes uit de kraam van zijn geliefde op te eten. Het is lang niet de enige wanhoopsdaad in dit blijspel.

Cox and Box en The Zoo komen rechtstreeks uit de gouden tijd van de Engelse komische opera: een heerlijke relativering van de Victoriaanse moraal, met de humor die onze Engelse buren zo eigen is én de onnavolgbare muziek van de bekendste Londenaar van zijn tijd: Arthur Sullivan.

Volksopera is een nieuw productiehuis voor komische opera uit de periode 1850-1950.

Muziek: Arthur Sullivan | Libretto: F.C. Burnand (Cox and Box); B.C. Stephenson (The Zoo)
Artistieke leiding: Stijn Saveniers en Jorgen Cassier | Met: Anne Cambier, Lien Haegeman, Geoffrey Degives, Kris Belligh, Fabrice Pillet, Eloïse Mabille, Naomi Beeldens, Mathis Van Cleynenbreugel, Lars Corijn en tienkoppige ensemble The Tourist Attraction Company | Productie: Volksopera in co-productie met Theater Zuidpool

Lees meer


NIEUWE AANGEKOCHTE BOEKEN DOOR KONSEPT VOOR BOBLIOTHEEK ABK MORTSEL