maandag 27 december 2010

NIEUWJAARSWENSEN JEF MOUTON


TOELICHTING FILIP VERVAET BIJ 'LANDSCHAP': PROJECTTENTOONSTELLING ATELIER BEELDHOUWKUNST 2011 IN FORT 4

Projecttentoonstelling
Atelier Beeldhouwkunst 2011
Landschap
 
De projecttentoonstelling van het atelier beeldhouwkunst heeft als thema dit jaar “Landschap”. 

Kunsthistorisch kent men de weergave van landschap vooral vanuit een rijke traditie in de schilderkunst: Als decor van een (religieuze) gebeurtenis, als voorstelling van een paradijselijke wereld, om de grootsheid van de natuur uit te drukken, als medium om een impressie weer te geven, of zoals in de romantiek als weergave van menselijke gevoelens tot uitdrukking van het sublieme.
In de beeldhouwkunst was er echter slechts sprake van een suggestie van een omgeving of landschap door gebruik makend van een afgsneden boomstronk of rotsblok die eerder dienst doet als constructieve steun voor het beeld dan het weergeven van een omgeving. De geschiedenis van de beeldhouwkunst is dan ook zeer persoonsgebonden en kent pas sinds de 20 ste eeuw een verschuiving naar de wereld of ruimte rondom de mens. 
Landschap als
medium

In the nature of things
Art about mobility, lightness of freedom
Simple creative acts of walking and marking
about place, locality time distance and measurement.
Works using raw materials and my human scale
in the reality of landscapes.
The music of stones, paths of shared footmarks,
sleeping by the rivers' roar.
 
Midden jaren ’60 wilde een groep kunstenaars zich bevrijden van de banden van de traditionele beeldhouwkunst. Zij vluchtten figuurlijk uit de steden en gingen de dialoog aan met de natuur. Zo ontstond de land art, een stroming waarbij wijzigingen (klein of groot) worden aangebracht op een landschap door kunstzinnig bedoelde ingrepen.
Land art betekende geen totale breuk met voorgaande stijlen, zo zijn er verschillende verbanden met eerdere stromingen. Veel kunstenaars van de land art hadden reeds ervaring opgedaan in de minimal art, een stroming waarin de omgeving vaak al een belangrijk element was voor de juiste ervaring van het kunstwerk.
Het werken met materialen rechtstreeks uit de natuur was eveneens niet nieuw. In de Arte Povera werden bescheiden materialen zoals zand, aarde, hout en steen gebruikt om een direct verband te zoeken tussen natuur en cultuur.
Land art-kunstenaars werkten met natuurlijke processen. Deze processen hadden vaak een vernietigende invloed op het kunstwerk, bijvoorbeeld door getijden en erosie. De natuur vernietigde op termijn de kunst. De vergankelijkheid van de kunst was vaak een ingecalculeerd gegeven. Deze vergankelijkheid had, samen met de vaak afgelegen locatie van het werk, een belangrijke invloed op de beleving van de land art. De kijker kreeg het echte werk niet te zien, tenzij deze de moeite nam een reis te ondernemen. Om het grote publiek toch kennis te laten maken met het werk, exposeerde de artiest foto’s en videomateriaal. Veel kunstenaars van de land art waren bijgevolg ook bezig met film en fotografie.
hetgeen expiciet zijn intrede doet in de Land Art-stroming in de jaren 60 waar kunstenaars ingrepen deden in het landschap en nadien ook dit landschap in de kunstruimte brachten.
Land Art kunstenaars wiilen bij hun ingrepen in het landschap daarbij de menselijke aanwezigheid duidelijk uitdrukken en stellen dat de mens door de omgevingsverandering de natuur in bezit neemt.
Ingrepen in
een landschap
Een vroeg werk van Christo en zijn vrouw Jeanne-Claude is Running Fence. Dit project bestond uit een bijna 40 kilometer lange en 6 meter hoge ‘schutting’ van nylonbespanning, die in 1976 gedurende twee weken was te zien in het noorden van Californië. Er zijn allerlei redenen denkbaar waarom Christo dit werk op deze plaats wilde realiseren. Het ging om een kaal, glooiend landschap
grenzend aan de zee met gunstige klimaatsomstandigheden. De lange
nylonbespanning zou zich in dit landschap gedragen als een grillige, in de zon oplichtende lijn. Tegelijkertijd vormde het lange nylon een duidelijke barrière die allerlei vragen over het afgrenzen van land en van landen opriep (denk bijvoorbeeld aan de Chinese Muur, de Berlijnse muur, de grens tussen Mexico en de VS of,tegenwoordig, de muur die in Israël wordt gebouwd).
Christo’s project werd op film vastgelegd. Daarbij is gelukkig niet alle aandacht gegaan naar de bouw van Running Fence, wat ongeveer zes maanden duurde. Veel interessanter is om te zien hoeveel moeite het Christo en zijn vrouw kostte om het project gerealiseerd te krijgen, welke argumenten ertegen werden gebruikt en hoezeer zij om allerlei duistere redenen werden tegengewerkt.
Niet zo vreemd aangezien Christo moest onderhandelen met 60 landeigenaren, verspreid over twee verschillende counties. Voor beide counties waren bouwvergunningen vereist. Aan het project gingen 17 openbare hoorzittingen vooraf, er waren verschillende rechtszaken en er moest een Milieu Effect Rapportage worden
opgesteld. Er zijn in totaal 9 advocaten aan het werk geweest. Liefst 15 verschillende provincie-instanties hebben zich met Running Fence bemoeid;uiteindelijk werden sommige onderdelen illegaal aangelegd wegens het ontbreken van de juiste vergunningen.
 
Hedendaags
Landschap
 
Onze landschappen, zowel natuurlijke als stedelijke, veranderen voortdurend onder de invloed van culturele, economische maar ook biologische en geologische krachten. Vaak zijn we geconfronteerd met transformaties die elkaar snel opvolgen zoals de wisseling van de seizoenen, de afbraak en de bouw van gebouwen of burgerlijke bouwwerken, of de aanleg van wegen en infrastructuurwerken. Andere veranderingen in het landschap vinden op bijna onmerkbare wijze plaats omdat het om trage ritmen gaat zoals de langzame
wijziging van het reliëf en de waterlopen, de verdwijning of opkomst van landbouwkundige praktijken, en de verstedelijking van de buitengebieden, hoewel dit laatste fenomeen ook heel snel om zich heen kan grijpen. Landschappen transformeren, 'nieuwe landschappen' komen tot stand, ongeziene skylines duiken op.
De hedendaagse landschappen veranderen volgens verschillende ritmes. 
In een tijd waarin het landschap onderhevig is aan zeer snelle veranderingen en eclogische spanningen is onze perceptie op en relatie met het landschap een complex gegeven.
Het gegeven Landschap kan mede daardoor beïnvloed op verschillende manieren geïnterpreteerd worden: Landschap als expressie van gevoelens, Landschap als herinnering, een imaginair of denkbeeldig landschap, een natuurlijk of stedelijk landschap, een poltiek landschap,…
Politiek
Landschap
Wandelen door straten, langs mensen en dieren maar ook door het landschap van de geest en de samenhorigheid.In het werk van Francis Alys is onderhuids vaak een sociale of politieke boodschap aanwezig. In ‘When Faith Moves Mountains’ verzet hij letterlijk, met de hulp van honderden studenten, een hoge duin in Peru. Alÿs omschrijft dit project als ‘Land Art for the Landless’. Het idee voor deze grootschalige actie kreeg hij toen hij in Peru de gevolgen van het wanbeleid van president Fujimori zag. Met 500 studenten verzette Alÿs een zandduin in Peru omdat ‘Lima Lima niet zou zijn zonder migraties’. Ineens leek de berg door de gezamenlijke,menselijke aanpak zoveel kleiner. Verbazend hoe zo’n maf idee als een steen in het water zoveel kringen en deining kan veroorzaken.
In ‘The Green Line’ zinspeeelt hij op de tweedeling van Jeruzalem, door letterlijk met een pot druipende groene verf de grens in de stad te trekken.In december 1947 werd een ‘Peace by Agreement’ getekend. Met een groen vet penseel trok Moshe Dayan, toen nog veldcommandant, een groene lijn over Jeruzalem om de landsgrenzen van een nieuwe staat te tekenen. Op de landkaart was deze ‘legitimatie’ van Israël een merkteken van 3 à 4 millimeter; in werkelijkheid was dat wel 60 à 80 meter.
Een strook land waar mensen leefden, waar huizen stonden, een niemandsland. Die ‘groene lijn’ heeft Francis Alÿs opnieuw afgewandeld met een blik groene verf in de hand, waarbij ze al druppelend een visueel spoor achterliet - zoals Hansje en Grietje met kruimels deden. Deze film werd zowel door Israëli als
door Palestijnen becommentarieerd. Meningen naast mekaar. Menselijke meningen.
Landschap
modellen
Wanneer urban developpers hun plannen van de veranderingen die ze in een landschap wensen aan te brengen, overzichtelijk willen delen met anderen maken ze gebruik van modellen of maquettes. De mens kijkt als een soort van reus mee over het landschap waar hij over heerst en bepaald. Zo maken verscheidene artiesten ook gebruik van maquettes of modellen in een poging om de complexe wereld rondom
ons te vatten.

Luc Deleu richtte in 1970 T.O.P. Office op, maar nam al snel afstand van de volgens hem vastgeroeste architectuurwereld.
Voor Deleu werd het terrein van de beeldende kunst vanaf het einde van de jaren zestig de uitvalsbasis voor het zoeken naar een andere stedenbouwkunde, met name één die kritisch, sociologisch en ecologisch zou zijn. Met andere woorden:een stedenbouwkunde die een ‘waardig' alternatief voor de bestaande toestanden zou zijn.
Met zijn soms ironische, dan weer sterk geëngageerde Voorstellen, Adviezen en recente projecten levert Luc Deleu commentaar op bestaande situaties door er alternatieven voor te formuleren. Daarnaast experimenteert hij met schaal,perspectief en volume: eerst nog eerder bescheiden met constructies van legoblokjes, later door middel van monumentale werken met containers als bouwstenen.
Orbanisme
Vanaf 1973 houdt hij zich bezig met zijn Orbanisme: architectuur op wereldschaal. De architectuur heeft volgens hem twee basisschalen, die onophoudelijk met elkaar in botsing komen: die van de mens en die van de aarde. Zijn streefdoel is een verzoening tussen beide. De methode om die te bereiken gaf hij de naam 'orbanisme' (cfr. de pauselijke zegening 'Urbi et Orbi', 'aan de stad en de wereld'). Het nieuwe begrip 'orbanisme' treedt dus in de plaats van het
traditionele urbanisme.
Luc Deleu concludeert, na het aanschouwen van de huidige maatschappij, dat architectuur zich niet meer op de schaal van de stad (urbanisme) maar op de schaal van de wereld (orbanisme ) afspeelt. De steden worden opgenomen in een groter geheel: de wereld. Dit orbanisme zou een efficiënter gebruik van het
aardoppervlak doen ontstaan. Deleu stond hierbij voor het voldongen feit dat de aarde al volgebouwd is en ruimte dus ergens anders moet gezocht worden. Hij probeert de aardruimte evenwichtig en ecologisch te herverdelen want zijn orbanisme heeft niet de bedoeling de wereld te herontwerpen.
Poëtisch
Landschap
North FaceInstallatie van Caroline Coolen
Deze jonge Belgische kunstenares reisde onlangs naar de noordpool. Een verafgelegen regio, onherbergzaam en geïsoleerd. Toch oefenen het poolgebied en de rest van de wereld invloed op elkaar uit. Tegenwoordig is dit gebied een arena van economische, politieke en ecologische conflicten.
Op uitnodiging van de Universiteit van Antwerpen reisde Caroline Coolen (Bree, 1975) vorig jaar met een gezelschap van kunstenaars en wetenschappers naar Spitsbergen. Het arctische landschap maakte grote indruk op haar. Het resulteerde in een visueel dagboek, waarin ze de robuuste en tegelijk kwetsbare omgeving schetste. Het barre poollandschap gaf een rijkdom aan kleuren en ongewone vormen prijs. Dit resulteerde in een installatie van een serie sculpturen die tegen een achtergrond van panoramische schilderingen worden getoond. De keramische beelden hebben het ruige karakter van de toendra's en de ijle schilderingen geven de eindeloze horizon van het poolgebied weer.
North Face is geen letterlijke weergave van een landschap. De beelden zijn fragmentarisch en suggestief van aard. Caroline Coolen laat de bezoeker vrij om zijn eigen weg te vinden in deze poëtische omgeving. Het werk gaat over de beleving van het landschap. In plaats van ons naar een landschap te laten kijken, laat zij zien hoe wij er naar kijken. Een landschap blijkt dan niet alleen een fysieke maar ook een mentale constructie van de toeschouwer te zijn.
 
Het ontstaan
van het landschap of geologisch landschap
Verschillende kunstenaars werken vanuit een fascinatie voor geologische verschijnselen en het ontstaan van het landschap en vertalen deze in hun sculpturen.
Tania Kovats' work deals with the experience and understanding of landscape, particularly dramatic, awe-inspiring, geologically explicit landscapes where one can clearly read the narrative of formation or erosion. Her interest extends further to incorporating into her work an understanding of how our experience of landscape
is culturally mediated.
Maya Lin works with a vocabulary of form culled from her study of landscape. By altering scale and materials, she creates works that connect the ideal and the real.

The three installations all engage with the problem of bringing land masses into architecture by translating landscapes, two real and one imagined, into the materials of architecture while inviting viewers to move under, on, or through the works.
Each work is composed of a single material. Each, configured to evoke a different aspect of landscape, went through the same process of design: creation of a three-dimensional model in Lin’s studio, translation via scanning or plotting into digital drawings, and finally, full scale construction in Seattle.
 
2x4 Landscape is composed of more than fifty thousand vertical two-by-four boards placed in a configuration minutely detailed in models and drawings. Covering approximately twenty-four hundred square feet, it rises from a plane of short two-by-four segments to a hill ten feet tall. From some views the sculpture reads as a land
from, and from others as a rising wave.
The unseen landscape is further explored in the Bodies of Water series, Lin’s portraits of specific inland island seas, whose expanses of salt water are partially or wholly landlocked.
Here Lin takes up the representation of these immense volumes of water and shapes them from plywood layers. The resulting sculpture is balanced on its deepest point. The three bodies of water represented in the exhibition, the Caspian, Black, and Red Seas, are the most endangered in the world.
Apocalyptisch
landschap
Zo ongeveer moeten de bossen van Zuid-Australië eruit hebben gezien nadat de branden geblust waren. Kale bomen die grimmig afsteken tegen een heldere hemel.
Een auto die langs de kant van de weg is achtergelaten en aan het vuur ten prooi is gevallen. De grond bezaaid met zwartgeblakerd hout. Dit is een landschap waar al het leven uit verdwenen is. Een landschap zonder kleur.

De Duitse kunstenaar Anne Wenzel (1972) baseert zich voor haar keramische beelden vaak op nieuwsfoto’s van rampen. Catastrofes als 9/11 of Katrina verbeeldt ze in gitzwarte installaties van klei, vaak gecombineerd met wandschilderingen van houtskool. Maar van de branden in Australië kon Wenzel nog niet geweten hebben toen ze de sculpturen maakte die nu in Galerie Akinci te zien zijn. Als
kunstenaar maakt zij universele rampenlandschappen, waar wij als kijker, met de tv-beelden nog vers op het netvlies gebrand, vervolgens onze eigen associaties op kunnen projecteren. Het autowrak zou dus net zo goed het gevolg van een bomaanslag kunnen zijn, de geknakte boom het slachtoffer van een orkaan of stunami.
Een nieuwe ontwikkeling in Wenzels oeuvre zijn de trofeeën die ook bij Akinci getoond worden. Op robuuste tafels van staal staan ze uitgestald, de barokke bokalen met hun grote oren, groot en protserig genoeg om als prijs te dienen in een prestigieuze voetbalcompetitie. Net als de apocalyptische landschappen zijn
ook deze bekers van antracietkleurige klei gemaakt. Sommige fonkelen nog een beetje door het metallic-achtige glazuur waarmee Wenzel accenten heeft aangebracht. Maar de meeste zien eruit alsof ze gered zijn uit een verwoestende lavastroom: de hitte heeft de bokalen vervormd en soms zelfs deels laten smelten. Je zou ze ‘gothic’ kunnen noemen, deze naargeestige kunstwerken. Met hun druipkaars-achtige uiterlijk zouden ze zich uitstekend thuis voelen in de
middeleeuwse kastelen of vochtige kerkers.

Wenzel laat zien dat je met een traditioneel materiaal als klei heel goed stoere beelden kunt maken. Dat keramiek niet alleen maar decoratief en kitscherig hoeft te zijn, maar ook macaber en angstaanjagend kan ogen. In deze onheilspellende tijd van toenemende natuurrampen en instortende economieën fungeren haar beelden als hedendaagse vanitas-stillevens. Geniet van het leven zolang het nog kan, lijkt haar kunst ons op het hart te willen drukken, want
straks is het te laat. 
Landschap als
herinnering / imaginair landschap/ droomlandschap
 
Hans Op de Beecks veelzijdige aanpak zorgt voor een verscheiden presentatie van video, foto of installatie die elk op hun eigen mechanismen worden getest.Wellicht het meest geslaagd zijn de maquettes in de reeks 'Staged Landscape'.
Op de Beecks schaalmodellen van een speelplaats, een achtertuin of landschap zijn volledig opgebouwd op basis van herinneringen, als onnauwkeurige maar gedetailleerde reconstructies van een geheugen - of herinneringsbeeld. Op de Beeck kiest voor privé-ruimtes, de omsloten omgeving van een tuin of perk afgezet met betonpalen: hij reconstrueert die vervolgens op schaal, om nog later met video of belichting verder te bouwen. Perspectief en onderlinge
verhoudingen zijn door de onvolmaakte herinneringsarbeid niet rekenkundig,ogenschijniijk banale details zoals een bal of sporen in de sneeuw lichten meer of minder uitvergroot op in het totaalbeeld. 'Twin Landscape' bijvoorbeeld is een besneeuwde tuin met twee glazen serres, gelig licht verraadt een ondergaande najaarszon of het licht van een straatlantaarn. Het kleine tafereel zweeft tussen nachtelijke idylle en voorstedelijke realiteit. Een omzoomde speelplaats met Mariabeeld ('Staged Memory') wordt aangevuld met een video van voorbijglijdende wolken die de statische voorstelling zoals een filmset ornklemt in een onbestemd tijdskader. Op de Beeck duwt zijn 'modelbouwkunst’erg ver, naar de grens van het kunstmatige toe, tot wat zou kunnen doorgaan voor een uit de kluiten gewassen kitscherig schouwgarnituur. Een aantal werken lijken zo als een ondiepe microcosmos op zichzelf terug te plooien.
Op de Beecks herinneringsarbeid zou kunnen worden verbonden met een manier van schilderen. De manier waarop het beeld vorm krijgt is niet meer of minder dan een gereconstrueerd beeld dat zich in de plaats stelt van een fundamenteel verlies.
 
De maquette ‘Location I’ biedt ons een nachtelijk zicht op een compleet verlaten kruispunt waar ogenschijnlijk niets gebeurt, behalve dan het regelmatig aan en uit knipperen van de verkeerslichten. Gedurende de dag is een kruispunt vol
activiteit; het verkeer, het feit dat het gebruikt wordt maakt de plek transparant, onzichtbaar. In het dagelijks ritme van het verkeer sta je niet stil bij de conditionering en automatismen die zo’n absurde plekken genereren.
Eens de activiteit geminimaliseerd is, verschijnt er een soort no-mansland dat je slechts herkent en bekijkt als in een droom. Hans Op de Beeck spreekt zelf van een soort ‘mood’ die noodzakelijk is om dit soort beelden te herkennen. Het werk bevat een sterk picturaal karakter en begint als een set te fungeren voor een andere, private, ervaring van de tijd. Men vermoedt tegelijk ook een ‘elders’ binnen handbereik, aan de achterkant van het decor, de aanwezigheid van
wat voor mysterie dan ook op de rand van een dreiging.
Het thema landschap en de invulling ervan kan dus velerlei vormen aannemen. Ik ben ervan overtuigd dat ieder van jullie vanuit jullie eigen visie, beeldtaal en materiaalgebruik hier een boeiend antwoord op zullen geven.

Succes!
 
Praktische info
Locatie: Fort 4 - Mortsel
Datum: 21/22 mei 2011
  28/29 mei 2011
Tussenbespreking: zaterdag 19 februari om 13u30
                  zaterdag 2 april om 13u30