zaterdag 24 oktober 2009

LEZING PER KIRKEBY: EEN TIP VAN DIRK VERHAGEN

PER KIRKEBY
HET SCHILDERIJ ALS EEN EINDELOZE HERINNERING



Een lezing door Patrick Verlaak


DINSDAG 27 OKTOBER
om 18u15 in Auditorium A1
Hogeschool SintLucas
Beeldende Kunst Zwartezustersstraat
34 – 9000 GENT



Per Kirkeby, geboren in 1938, is de grootste Deense schilder van zijn generatie. Als gediplomeerd geoloog nam hij deel aan wetenschappelijke expedities in Groenland maar koos uiteindelijk voor een loopbaan als schilder.

Per Kirkeby schildert landschappen in de geest van een romantisch natuurwetenschapper. Het is niet zozeer de visuele gelijkenis die hem fascineert, maar wel de werking van geologische krachten die de natuur voortdurend vormen.
Die werking vertaalt hij naar de handeling van het schilderen: de verf wordt in verschillende lagen opgebouwd, weer afgeschraapt om ze opnieuw aan te brengen. Geologische processen vinden een vertaling in de picturale sedimentlagen van het schilderij.

Per Kirkeby beschouwt het landschap als een diagram van ons denken over de natuur. Hij citeert gulzig uit de kunstgeschiedenis, niet als historicus, maar vanuit een zelfbespiegelend engagement.
Een intuïtieve expressie heeft voor hem alleen betekenis als het zich kan verantwoorden op voorheen uitgeprobeerde prototypes
en culturele conventies. Kunst als een eindeloze herinnering.Als een utopist streeft hij desondanks naar dat onmogelijke moment tussen waarneming en beeldvorming waar de herinnering geen rol kan spelen.Alsof er een onbevangen ogenblik bestaat in de waarneming waar geen enkele herinnering, geen enkele culturele structuur het echte zien van de natuur kan hinderen. Tegen beter weten in, men weet immers nooit of men ziet wat men ziet.

Per Kirkeby is ook een begenadigd schrijver/dichter en hij maakt regelmatig organische plastieken. Maar naast de schilderijen zijn het vooral de architectonische baksteensculpturen die de aandacht trekken. Hij slaagt erin een boeiende dialoog tussen architectuur en natuur te realiseren. In die mate dat het utilitair karakter van de architectuur in vraag wordt gesteld. Architectuur wordt dan zelf landschap, een gekristalliseerde structuur van ons denken over de natuur.

P.Verlaak

woensdag 21 oktober 2009

REISVERSLAG & FOTO'S DIRK VERHAGEN OVER VIERDAAGSE KONSEPTREIS OKTOBER 2009

KONSEPTREIS OKTOBER 2009:
CHARTRES, PARIJS EN OMSTREKEN


Op het programma staan Chartres en Parijs, alom bekend en geprezen. Daarnaast bezoeken we ook minder bekende plaatsen en streken, half vergeten oorden, waar men gewoonlijk aan voorbij rijdt op weg naar verdere bestemmingen en waarvan men slechts een glimp of een wegwijzer opvangt. Soms roept dat een zeker heimwee op. Rivieren geven hun naam aan de departementen: Oise, Val de Marne, Eure et Loir... Landelijke streken met veel geschiedenis. De stad en haar agglomeraties zijn nooit ver achter de horizon, dreigen soms de oude evidente schoonheid te verslinden. Ook dit zullen onze bestemmingen zijn. We krijgen een afwisseling van monumenten en musea met oude en nieuwe kunst, alles harmonisch gedoseerd.

BEAUVAIS

De kathedraal St. Pierre is een combinatie van grootheidswaanzin en catastrofes. Zoals de kerk er nu uitziet doet ze mij een beetje denken aan een duwboot zonder konvooi. De complexe geschiedenis en de problematische technologie maken haar meer tot curiositeit dan tot een bevredigende esthetische ervaring. En zelfs de schoonheid van de catastrofes blijft afwezig. Trekstangen tussen de luchtbogen, zware houten steunbalken in het interieur: we voelen ons niet echt gerust. Een astronomische klok uit de negentiende eeuw, ontworpen door A.L. Vérité. What's in a name. Echt genietbaar ondanks de schade: fragmenten van fresco's, de kleuren bruinrood en blauw. Oude en nieuwe glasramen: Chartres kondigt zich aan.

Wandeling in de omgeving. Oude huizen, vakwerk, kleurig beschilderde ramen en deuren.

Kathedraal St. Etienne. Minder bekend, de aandacht waard. Een amalgaam van romaanse, gotische, religieuze en wereldse fragmenten. De heterogene mengeling nodigt ons uit om de volgorde van het bouwen te begrijpen. In de onmiddellijke omgeving zien we sobere, uniforme urbanisatie die ons herinnert aan het Le Havre van August Perret. Tijd voor een terrasje.

Na de middag bezoek aan het Musée départemental de l'Oise. In de nieuwe zalen decoratieve projecten van Maurice Denis. Voor sommige reisgenoten een beetje soft en oubollig. Laat ons niet vergeten dat deze vooraanstaande vertegenwoordiger van de Nabis een wegbereider van het modernisme en de abstractie was. We herinneren ons zijn vaak geciteerde statement dat een schilderij nog voor het een paard, een naakt of welke anekdote ook verbeeldt, in de eerste plaats een plat vlak is, bedekt met kleuren die op een bepaalde manier geordend zijn. Ook Edouard Vuillard verrast nog steeds met zijn bevreemdend decoratief japonisme. De voorstelling is nauwelijks te lezen. Juist dat nodigt uit tot esthetische lectuur. Art Nouveau van topniveau zien we met meubilair van o.a. Serrurier-Bovy.
We genieten verder van 19e eeuwse landschappen: twee schitterende Corots en werk van voor mij onbekenden als Kyhn, Boudot-Lamotte, Larsen, Neuman en Buntzen. Larsen roept met een eenvoudige kleine marine in frisse kleuren herinneringen op aan Hodler. Manets leermeester Thomas Couture is voor de gelegenheid slechts met tekenwerk vertegenwoordigd. Schilders, opgepast voor zijn technische richtlijnen: het gebruik van bitumen in de onderschildering is nefast geweest voor veel 19e-eeuwse schilderkunst!
In het renaissancegebouw beklimmen we de trappen op zoek naar indrukwekkende houten gebinten. Beetje Hessenhuis. Dan in het middeleeuwse gedeelte op zoek naar de met musicerende sirenen beschilderde gotische gewelven. Veel moeten we overslaan, de tijd dringt.

VITRY-SUR-SEINE
MUSEE D'ART CONTEMPORAIN DU VAL-DE-MARNE

We worden getrakteerd op een herschikking van de vaste collectie en op de eerste individuele tentoonstelling in Frankrijk van Simon Starling (Turner Prize 2005). Het concept transformatie staat centraal. Een fiets wordt een stoel wordt een fiets wordt een stoel. Rien ne se perd, rien ne se crée. Destructie en reconstructie. Iedereen zoekt houvast. Sommigen missen zweet. Ik houd mij op de vlakte, het kijken en denken vraagt immers ook inspanning.
Tussen de nieuwe media, die soms al te veel kijktijd opeisen zonder relevant te zijn, word ik getroffen door een hedendaags schilderij -een flatgebouw in grijswaarden- in de oeroude techniek van de wasschilderkunst (encaustiek). Sommige foto's zijn zonder conceptuele verhalen gewoon mooi. In de boekenwinkel vind ik een Franse vertaling van Color in Art van John Gage. Eerder schreef hij Color and Culture en Color and Meaning. Stuk voor stuk aanraders. Ik raak tijdens de komende busritten zo gefascineerd door de lectuur dat ik de landschappen buiten vergeet te bekijken. Het boek werpt licht op wat we verder nog te zien zullen krijgen: de glasramen van Chartres, de schilderijen van Sonia en Robert Delaunay, deze van Matisse of van Rothko...

CHARTRES

De kathedraal meermaals bezocht en de actuele ervaring is alweer zo anders, zo nieuw, zo onbekend. Hoe zit het met dat geheugen? De globale aanblik van de westgevel met de twee ongelijke torens kan niet tippen aan de volmaakte harmonie van de Notre-Dame te Parijs. Maar fragmenten en details herstellen dit tekort. Indrukwekkende beelden, zich voegend naar de architectuur of zelfstandigheid opeisend. De glasramen, het hoogtepunt van het goddelijke blauw. Van op afstand bekeken een diffuus geheel, in boeken naderhand openbaren zich pas de details. Ridders, heiligen, engelen, duivels en zelfs bordeelscènes. Jaren werk om de iconografie te ontcijferen. Op de vloer het labyrint. Je hoeft niet gelovig te zijn om op de eeuwenoude stenen blootvoets het onderliggende Keltische en druïdische fundamenten te willen voelen. Het Keltische verleden zal vaker op deze reis te voelen zijn.

We bezoeken het Centre international du vitrail. Udo Zembok wordt met hedendaags glas vertegenwoordigd. De technieken worden didactisch vermeld: 'verre fusiocolor, verre fusiocolor et émaux, verre fusionné en multicouches, inclusion de pigments, émaux, peinture sur verre et collage, vert antique collé et gravure à la roue'. We krijgen zicht op werkplaatsen en cursisten in volle doen. Ik noteer een boekwerk: Architectures de lumière: vitraux d'artistes. Het boek gaat over glasramen van belangrijke hedendaagse kunstenaars. Als liefhebber van de geometrische abstractie kan ik daarin niet naast Aurelie Nemours (1910-2005) kijken. Haar bloedrode glasramen, die zij ontwierp voor de Romaanse priorij Notre-Dame de Salagon, zijn voorbeelden van extreme abstractie, extreme strengheid. Geen afbeeldingen van heiligen, geen bijbelverhalen. Rood visioen. Misschien Hildegard von Bingen: 'De roodheid van het bloed dat neerdaalde uit de door het goddelijke aangeraakte hoogte, bloem die nooit door de winter van de slangenadem werd verschrompeld.' Aurelie Nemours zullen we profaner, maar in even sobere strengheid, opnieuw tegenkomen in het Centre Pompidou.

Ik lees over de middeleeuwse glasramen in mijn boek van John Gage:

'Het middeleeuwse glas, tenminste wat er van overbleef, schijnt een reeks kleurfasen te hebben doorlopen, van het glas van Augsburg in Duitsland, in het begin van de Middeleeuwen, met zijn witte achtergronden en zijn sterke groen/rood contrasten naar het latere glas van Chartres en Saint-Denis, waar het blauw domineert. Het blauw werd conceptueel beschouwd als de kleur die het dichtst het zwart benaderde, en er zijn goede redenen om aan te nemen dat dit Franse glas uit het begin van de middeleeuwen bedacht was om een ondoordringbare duisternis te scheppen en tegelijk het licht door te laten, zoals de onpeilbare God van de toenmalige theologie. Maar vanaf de XIIIe eeuw domineerde het meer traditionele geloof in een God van het licht opnieuw de westerse theologische standpunten, wat zich vertaalde, op het einde van de middeleeuwen, in een steeds helderder glas dat van dan af geschilderd werd met een nieuw uitgevonden techniek, het zilvergeel, dat, na verhitting, een lichtgeel voortbracht.'

Herinneringen duiken op aan de glasramen die we op eerdere Konseptreizen te zien kregen: Keulen met Gerhard Richter, Ronchamp met Le Corbusier, Jacques Villon en Roger Bissière in de kathedraal van Metz en Braque in Varangeville.

Na de lunch maken we een wandeling in de Montmartre-achtige trapstraatjes en we treffen elkaar bij het Museè des Beaux-Arts de Chartres. Maurice de Vlaminck -de wielerkampioen van de schilderkunst- is zowel met fauvistisch als met later expressionistisch getint werk vertegenwoordigd. Echt verrassend levendig is zijn blauwe, gestuele keramiek uit 1906-1910. Het expressionisme van Chaïm Soutine gaat dieper. Zijn trapstraatje lijkt qua motief een scheefgetrokken Utrillo, maar de heftige factuur kondigt Pollock en het abstracte expressionisme aan. De zonderlinge en moeilijke Soutine was hier in de buurt enkele zomers de gast van een hem welgezind echtpaar. Ongetwijfeld het meest indrukwekkend is een verzameling Oceanische, Afrikaanse en Noord-Amerikaanse tribale kunst. Een tiental Afrikaanse stukken komt uit de verzameling van Maurice de Vlaminck. Zoals Picasso en andere tijdgenoten was hij een vroege verzamelaar van 'primitieve' kunst. Oude meesters in de vlucht bekeken: van Chardin Le singe peintre en Le singe antiquair, verder nog Fragonard. Een knappe Jongkind, het impressionisme aankondigend.

MAINTENON

Madame de Maintenon kreeg dit kasteel in 1674 geschonken door Lodewijk de XIV. Het is de typische transformatie van een middeleeuwse burcht tot een renaissance lusthof. Ook zijzelf zorgde voor verdere toevoegingen. Achter de strakke tuin van Le Notre, met het perspectief van een kanaal, tekent zich de ruine van het onvoltooid gebleven aquaduct van Vauban af. Tijd om het ancien régime te evalueren. We maken onze associaties, denken onwillekeurig een beetje aan het kasteel van Cantincrode of aan de Duitse romantiek met zijn echte en valse ruines.

Terwijl de rivieren samenvloeien worden de reisindrukken met de nodige consumpties besproken op een plaatselijk terras. Andere kunst: een pijp stoppen.

PARIJS
Parc Citroën

In de voormiddag bezoeken we het Parc Citroën: veertien hectaren groot en aangelegd op de voormalige terreinen van de Citroënfabriek. Franse symmetrie, Engelse natuurlijkheid en Japanse meditatieve intimiteit wisselen elkaar af. Gilles Clément en Alain Provost tekenden het park met Patrick Berger en Jean-Paul Vignier als architecten. Bijzonder mooi zijn de puur structurele serres. Niet alles lijkt onder controle. Maar schoonheid is overal: in de gescheurde membranen van een droge waterpartij leest mijn verbeelding vogels van Braque, Ernst en Baumeister. We lopen tot bij de Seine. Rustig de boten, voortvarend de bovengrondse metro.

Centre Pompidou

Op de tetoonstelling elles@centrepompidou worden we verwelkomt door de
kleurige, levensgrote badges van Agnès Thurnauer: Louis Bourgeois, Miss van der Rohe, Joséphine Beuys, Annie Warhol... We doorlopen de uitgebreide tentoonstelling met wisselende appreciatie. Tussen de soms extreme lichamelijkheid (Orlan, Hannah Wilke, Marina Abramovic,...) en het soms al te sloganeske (Barbara Kruger,...) zijn de stille werken van Marthe Wéry, Aurélie Nemours, Agnes Martin en Véra Molnar voor mij een verademing. Een verdieping hoger gaan we terug in het verleden met werk van Joan Mitchell, Helen Frankenthaler, Viera da Silva, Natalia Gontcharova, Frida Kahlo, Suzanne Valadon en vele anderen. Een onwaarschijnlijk kleurrijk portret van de hand van Sonia Delaunay, daterend van vòòr haar kennismaking met Robert Delaunay, is voor mij een hoogtepunt. Dit is echt artistieke power. Kooplust in de bookshop: een dichtbundeltje van Aurelie Nemours: Midi la lune. Dubbeltalenten mag je niet onderschatten. En dan, een stukje prijziger, een bibliofiel juweeltje van Marina Tsvetaeva: Nathalie Gontcharova: sa vie son oeuvre.

Later op de middag bezoeken we Quai Branly. De museumarchitectuur zelf is boeiend maar naar mijn smaak iets te sterk aanwezig. Kleur, afwisseling. Verticale tuinen. De verzameling etnische kunst uit Afrika, Azië, Oceanië en Amerika is fantastisch, maar de schemerige presentaties en de kronkelwegen worden weldra hinderlijk. Tijd voor een terras met een glimp van de Eiffeltoren. We discussiëren over kolonialisme en cultuurroof. En we verbazen ons over de artistieke overtuigingskracht van voorwerpen waarvan de betekenis en culturele context ons meestal volkomen vreemd zijn.

Nieuw hotel. Achter de bar een Bessy Turf. De prijs van dezelfde wijn wisselvallig. De Grimbergen geserveerd in een voor Kronenbourg bestemd glas. Het napraten blijft artistiek geladen met veel 'les goûts et les couleurs...' gehalte.

Zondag. We rijden door het indrukwekkende Forêt de Compiègne. Ons toch ook niet zo kleine Zoniënwoud kan daar drie keer in. Tijd om te mijmeren. Reisroutes zijn knooppunten en wegwijzers naar andere reizen in ruimte en tijd. Mijn gedachten gaan naar Hella S. Haasse die van 1979 tot 1990 in St. Witz woonde en die haar herinneringen vastlegde in Ogenblikken in Valois.
Valois, tegenwoordig te definiëren als de landstreek binnen het Ile de France, verdeeld over de departementen Oise, Aisne en Val d'Oise. Oise en Aisne vormen mèt de Somme de provincie Picardië. De streek is ook verbonden met schrijvers als Charles Péguy en Gérard de Nerval. In Ermenonville bracht Jean-Jacques Rousseau zijn laatste maanden wandelend door. Ik citeer uit Frédéric Gros Marcher, une philosophie (een bijbel voor alle Konceptuele wandelaars en doortrapte bottines):

'Rousseau, autrefois, pouvait dire qu'en marchant il était maître de ses imaginations, n'ayant à composer qu'avec ses chimères, absolument sûr de ses rêves. Au contraire, les dernières promenades ont l'immense douceur des détachements. Je veux dire: plus rien à espérer ni à attendre. Vivre seulement, se laisser exister. Parce qu'il n'y a plus à être quelqu'un, on se laisse seulement traverser par un courant, ou plutôt par ce ruisselet insistant d'exister.'

Onze voortreffelijke chauffeur heeft toch een verkeerde weg genomen. Het zet ons programma even scherp. In Morienval stoppen we voor een kort bezoek aan de prachtig gelegen romaanse Eglise Notre-Dame. Ik keer terug naar Hella S. Haasse en citeer ten volle uit Ogenblikken in Valois:

'Het kerkje is van binnen roomblank in het gedempte licht. Sinds het einde van de vorige eeuw heeft men hier stelselmatig de oude, donkerverkleurde poreuze (en dus door indringend vocht vergruisde) steen vernieuwd.
Voor het hoofdaltaar staan rijen met blauw lint bestrikte kaarsen van de kinderen die daar de vorige dag hun eerste communie hebben gedaan. Een bejaarde dove geestelijke, met een door littekens mismaakt gezicht, scharrelt rond in de sacristie, wijst op de tegen een zijwand opgestelde zerken van abdissen van de benedictinessenklooster uit de twaalfde eeuw; van de marmeren gezichten en handen zijn alle lijnen weggesleten. Ook ziet men er een grafsteen met een 'gisant', een ridder in harnas in volle lengte uitgestrekt boven de plek waar zijn hart rust; zijn lichaam bleef dààr waar hij in 1191 tijdens een kruistocht het leven liet.
De doopkapel, oudste deel van de kerk, is vol groene glans, de weerkaatsing van een in de middagzon badende tuin buiten. Duiven koeren in de vensternissen. Achter de halfronde muur van het deambulatorium daalt de bodem vrij steil af naar een kleine vallei met boomgaarden en moestuinen; het riviertje Automne ruist onzichtbaar tussen het gras. Om twaalf uur precies kraakt en rammelt het in de grote toren met zijn ommegang van romaanse zuiltjes, twee klokken beginnen te luiden, één met een diepe galm, één met een heldere tegenstem. De wolken drijven blinkend door de zomerhemel, windvlagen doen de bomen buigen en ruisen.'

Moriënval, een plaats om terug te komen. Hella S. Haasse, een dame om vele malen te lezen.

We klimmen naar het kasteel van Pierrefonds. Trappen, omwallingen, kantelen, poorten. Het was één van de burchten die Louis d'Orléans (afwezige vader van Charles d'Orléans, hertog-poëet) op strategische punten liet bouwen. Het uitzicht over het dal is schitterend in het herfstige zonlicht. De geschiedenis van het kasteel wordt met iets te weinig zin voor synthese en met iets te veel overacting beschreven door de gids. Ons gezelschap geeft al snel de voorkeur aan zelfstandig kijken. Mij treffen de geometrie van sommige trappen en bepaalde neogothische ornamenten die erg art nouveau aandoen.

Het kan vreemd lijken, maar er is een duidelijk te volgen lijn van de neo-gotische restauraties van Viollet-le-duc naar Berlage, Lauweriks en het Bauhaus. In zijn pogingen de geheimen van de middeleeuwen te achterhalen ontstond bij Viollet-le-duc een mathematisch denken dat religieus-metafysisch getint was. Berlage en Lauweriks waren erfgenamen van dit mathematische denken. Het metafysische karakter viel echter stilaan weg, evolueerde in de twintigste eeuw naar een puur rationeel systeem. Zo zitten we met deze rasters en getallen weer in vroegere Konseptreizen, in Hagen am Stirnband, in Den Haag bij het Gemeentemuseum, in Dessau bij het Bauhaus en zelfs op de Normandische kust bij de getallenmystiek van het onvergetelijke Domaine des Moutiers te Varangeville-sur-mer.

FAMILISTÈRE DE GUISE

Er is enige verbeelding nodig om voorbij de sombere, vervallen gevangenis-achtige indrukken het revolutionaire engagement te begrijpen van deze ooit utopische site. Gelukkig valt deze gids beter mee dan de vorige. Schoonheid is overal. De sombere gangen, de afgebladderde muren en de bouwwerven bieden, in kontrast ook met het bijzonder knappe design van de huidige museale accomodatie, gelegenheid tot fotografisch plezier. We wandelen over de Oise terwijl het vaag begint te schemeren. Melancholie. De oude fabriek met haar geometrische letters kan er nog net bij. Tijd voor de bookshop en studeren maar.

Terwijl Hella S. Haasse zich afvraagt hoe lang het oude beeld van 'Valois', van 'Pays de France' nog zal bestaan en of het niet zal worden opgeofferd aan industriële zones, luchtbruggen, zwartglazen torens, ondergrondse winkelgalerijen en luchthavens type Charle de Gaulle ziet zij dit:

'Gezien op weg van het Centre Commercial van Louvres naar dat van Fosses-Survilliers: de mooiste regenboog van mijn leven. Tegen de loodgrijze wolkenlucht staat als met een passer getrokken een volmaakte cirkel van fonkelende banen kleur over het landschap, dat -nog glinsterend van regen- het bovenaards licht weerkaatst.
De echte winter is nog niet begonnen, de barre tijd van de 'grands froids', met bomen van kristal en wijde, witbestoven akkers. Toch lijken, in de glans van de regenboog, de naakte bomen op de hellingen van Montmélian al overtogen door het rossige waas dat uitbotten, voorjaar, aankondigt.'

Een mooier slotakkoord kan ik niet bedenken.

Dirk Verhaegen, oktober 2009

zondag 18 oktober 2009

NIEUWSBRIEF ABK - KONSEPT, OKTOBER 2009









STUDIEREIS ZONDAG 25 OKTOBER 2009
PER KIRKEBY (Düsseldorf) en ELISABETH PEYTON (Maastricht)
PALAZZO: Het verzamelen van vroeg-Italiaanse kunst in Nederland (1900-1940)


Konsept nodigt u hartelijk uit voor een kunstuitstap naar twee tentoonstellingen van boeiende hedendaagse schilders. Deze uitstap biedt ons de mogelijkheid om hernieuwd kennis te maken met het Bonnefanten museum in Maastricht, en eventueel even rond te kuieren doorheen de ‘Céramique-wijk’ waar je realisatie kan zien van interessante architecten : Jo Coenen (o.a masterplan) Aldo Rossi, Bob Van Reeth, Alvaro Siza, Snozzi, Botta, Galfetti, enz

PER KIRKEBY (1938) is de bekendste Deense schilder van zijn generatie en een van de grootste hedendaagse Europese schilders. Hij genoot een opleiding geologie en ondernam veel expedities naar Groenland. Behalve schilder is hij ook beeldhouwer, architect (oa in Insel Hombroich), drukker, tekenaar, graficus, schrijver en filmmaker.


De tentoonstelling in Düsseldorf kwam tot stand in samenwerking mat Tate Modern London. Zij omvat 75 schilderijen, 25 beeldhouwwerken, 60 werken op papier en 100 boeken.










Vanaf haar eerste portretten van 19e eeuwse helden tot meer recente werken, bevolkt met vrienden uit de wereld van muziek, mode en literatuur, presenteert Elizabeth Peyton zich als een hedendaags 'schilder van het moderne leven' zoals Charles Baudelaire het bedoelde. Peytons miniatuur portretten vangen de tijdgeest in een artistieke taal die onmiskenbaar de laat 20e eeuwse urbane sensitiviteit weerspiegelen.


Samengesteld door het New Museum in New York, presenteert het museum met Live Forever: ELIZABETH PEYTON het eerste omvattende overzicht van Peytons oeuvre in Nederland, met werk van de laatste 18 jaar beginnende bij een kleinschalig portret van Napoleon Bonaparte tot dat van mode/ontwerper MarcJacobs.

Live Forever: Elizabeth Peyton werd georganiseerd door het New Museum, New York.











In het kader van Rijksmuseum Maastricht – de alliantie tussen het Bonnefantenmuseum en het Rijksmuseum Amsterdam - is in het Bonnenfantenmuseum een grote presentatie vroeg-Italiaanse kunst te zien, getiteld PALAZZO. Centraal staat de belangrijke Nederlandse verzamelaar van Italiaanse Renaissance-kunst, Prof. Dr. Otto Lanz (1865-1935). Zijn omvangrijke collectie belandde na de Tweede Wereldoorlog voor een groot gedeelte in het Rijksmuseum Amsterdam; een ander deel kwam eind jaren '80 terecht in het Bonnefantenmuseum.

Onder de topstukken die in Palazzo getoond zullen worden zijn werken van Veronese, Sano di Pietro, Lorenzo Monaco, een aantal leerlingen van Leonardo da Vinci én Lanz' favoriete kunstenaar: Tintoretto.

In de semi-permanente presentatie is verder een centrale plaats weggelegd voor belangrijke thema's uit de kunst van de Italiaanse Middeleeuwen en Renaissance, zoals Maria met Christuskind, het portret en mythologische figuren uit de klassieke oudheid.


Datum: 25 oktober 2009
Vertrek: 8h15 aan het stadhuis van Mortsel
Terug rond 19h30
Je neemt best een lunchpakket mee (in het museum te Düsseldorf kan je slechts kleine zoete hapjes eten)

Deelname in de kosten: leden konsept: 28€ ; niet leden: 33€
Leerlingen kunnen inschrijven via de klasleraar.
Leden van Konsept via het telefoonnummer: 0473 93 86 71

De inschrijving is officiëel na storting van het bedrag op nr:320-0692986-88

Inschrijven voor 18 oktober 2009 !!!!!






STUDIEREIS ZONDAG 29 NOVEMBER 2009:
CEZANNE-PICASSO-MONDRIAAN (Den Haag)
BILL VIOLA (Tilburg)


Cezanne – Picasso – Mondriaan
In nieuw perspectief


Cézanne is de ‘vader van de moderne kunst’. Hij werd, hoe ironisch ook, vaak geweigerd op de Parijse salons, maar geldt nu als een van de belangrijkste kunstenaars van zijn periode. Picasso en Mondriaan zijn in zijn voetsporen getreden en gedrieën zijn zij verantwoordelijk voor misschien wel de meest beslissende ontwikkeling in de kunstgeschiedenis: het ontstaan van de abstracte kunst. Deze drie revolutionaire meesters zijn in het najaar van 2009 onderwerp van een grootse, internationale tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag. Hier wordt op spectaculaire wijze duidelijk gemaakt hoe de schilderkunst rond 1900 in een stroomversnelling raakte. Het resultaat is een boeiend verhaal waarin de toeschouwer wordt meegenomen van de zinnelijke en kleurrijke doeken van Cézanne via de felgekleurde – soms humoristische - werken van Picasso naar de uiterst subtiele schilderkunst van Mondriaan.
Met bijzondere bruiklenen van over de hele wereld, uit Washington (The National Gallery of Art), New York (The Metropolitan Museum of Modern Art) en Parijs (Centre Georges Pompidou) is deze tentoonstelling van grote kwaliteit.


Bill Viola - Intimate Work

Bill Viola (New York, 1951) is een van de grondleggers van de videokunst. Twee werken van hem bevinden zich permanent in het museum De Pont in Tilburg (The Greeting 1995 en Catherine’s Room 2001). Deze werken vormen het uitgangspunt voor de tentoonstelling Intimate Work, met twaalf werken uit de periode 1977-2008. Elk werk wordt tentoongesteld in een van de zogenaamde ‘wolhokken’, de karakteristieke kabinetten van de tot museum verbouwde wolspinnerij, zodat de intieme aspecten van deze videofilms optimaal kunnen worden beleefd. Grote, maar ook zeer persoonlijke thema’s in de beeldende kunst, zoals leven en dood, transformatie, initiatie, afscheid en ontmoeting hebben van meet af aan een rol gespeeld in het werk van Viola. Hij heeft zich daarbij laten inspireren door gebeurtenissen in zijn eigen leven, zoals de geboorte van zijn kinderen en het sterven van zijn ouders, maar hij weet deze persoonlijke onderwerpen altijd boven zichzelf uit te tillen. In deze tentoonstelling gaat de aandacht uit naar werken die niet alleen door de onderwerpkeuze, maar ook door het relatief bescheiden formaat als ‘intiem’ kunnen worden beschouwd.

Datum: 29 november 2009
Vertrek: 8h30 aan het stadhuis van Mortsel
Terug: rond 19h00
Deelname in de kosten: leden konsept 27€, niet leden 32€

Inschrijven voor 22 november 2009
Leerlingen kunnen inschrijven via de klasleraar.
Leden van Konsept via het telefoonnummer: 0473/93 86 71

De inschrijving is officiëel na storting van het bedrag op nr: 320-0692986-88







LIDMAATSCHAP KONSEPT


Door lid te worden van de vriendenkring Konsept, steun je al haar activiteiten, en stel je haar in staat een aantal activiteiten van de academie te ondersteunen. Bovendien geniet je van aanzienlijke kortingen bij deelname aan reizen, uitstappen en andere activiteiten

Lid kan je worden door je lidgeld te storten op rekeningnummer:
320-0692986-88 (ING)


De lidgelden bedragen:

- individueel lid: 5 euro
- gezinslid: 5 euro
- erelid: 30 euro;


- ereleden krijgen de premieplaat ontworpen door een leraar van de ABK






© Erik Nagels, Brahamontes (premieplaat schooljaar 2009-2010)










BEZORG ONS JOUW MAILADRES
De nieuwsbrief van de Academie en Konsept wordt op twee manieren verspreid:

- een uitgebreide, geïllustreerde versie die per mail wordt verzonden naar alle leerlingen en konseptleden over wiens mailadres we beschikken;
- een beknopte papieren versie - een agenda als het ware – die wordt uitgedeeld aan de andere leerlingen en die wordt opgestuurd aan de andere konseptleden

Indien je de geïllustreerde mailversie wenst te ontvangen, stuur dan je mailadres naar: konsept@scarlet.be

Vermeld je naam en adres, in welk atelier je leerling bent, of je lid bent van Konsept.