woensdag 26 augustus 2009

GUUS KUIJER, 'HOE WORD IK GELUKKIG?': EEN BOEKENTIP VAN DIRK VERHAEGEN

'Een sociaal mens is niet in de eerste plaats een persoon die gezellig weet te leuteren op verjaardagen, hij is vooral iemand die zich inspant om anderen iets waardevols aan te bieden.'

'Op leraren en werkgevers rust een zware taak omdat zij iedereen de kans moeten bieden te voelen dat het bevredigend is om iets te presteren. Stress wordt niet veroorzaakt door prestatiedrang, maar door prestatiedwang. Prestatiedrang geeft spirit, dat wil zeggen geest. De geest waarmee je het leven omarmt.'

'Alles is elitair wanneer je weigert leerling te zijn.'

'Ik ontvang leven door de dingen om me heen te bezielen, anders zeggen ze me niks en leef ik in een dode wereld. De wereld spreekt me niet uit zichzelf aan, ik moet haar aan de praat zien te krijgen.'

'Talent is niets anders dan een door langdurige training in de hersenen ontwikkelde specialisatie.'

'Wat een vreselijke zegswijze is dat: "Hij drukt zijn gevoelens uit." Toch hoor ik het regelmatig om me heen: deze of gene musicus, dichter of schilder "drukt gevoelens uit" alsof hij op het toilet zit! Ik zie het sommige mindere goden ook echt doen: ze persen zo hard dat ze er paars van aanlopen.'

(Citaten uit Guus Kuijer, Hoe word ik gelukkig: een zelfhulpboek, Atheneum-Polak&Van Gennep Amsterdam 2009)

Zelden zoveel zinnigs in één enkel boek aangetroffen! En ook veel over kunst,
over Van Gogh, over Goya, over Picasso ...


Dirk Verhaegen

zondag 23 augustus 2009

KONSEPT BEZOEKT TIJDENS HAAR VIERDAAGSE KUNSTREIS ELLES@CENTREPOMPIDOU


HET MUSEUM WAAR VROUWEN BAAS ZIJN

EXPO — PARIJS - Stelt u zich voor dat er uitsluitend vrouwelijke kunstenaars bestaan. Zouden onze musea er dan anders uitzien? Het Centre Pompidou ging het na.

Sinds enkele jaren herschikt het Centre Pompidou regelmatig zijn vaste collectie. In plaats van een historische opstelling die netjes de chronologie volgt, kiest het museum daarbij steeds voor een thematische benadering. Momenteel is er in de afdeling die de kunst van de jongste vijftig jaar omvat, alleen werk van vrouwelijke kunstenaars te zien.

Als je ervan uitgaat dat kunst een ervaring van de werkelijkheid uitdrukt en als je ervan overtuigd bent dat mannen en vrouwen die werkelijkheid op een andere manier beleven, dan moet de kunst van een vrouw fundamenteel anders zijn dan die van een man. In de kunstgeschiedenis die in deze opstelling geschreven wordt, is ergeen plaats voor Marcelle Duchamp, Jacqueline Pollock of Joséphine Beuys. De kunst die hier getoond wordt, vertrekt niet langer vanuit de kunst, maar vanuit een sociaal-culturele werkelijkheid, waarbij de pretenties van de mannelijke kunst op de helling worden gezet.

De getoonde vrouwen zijn beeldenstormers. Zij heten Frida Kahlo, Louise Bourgeois, Marina Abramovic of Rebecca Horn. Hun werk gaat over de problematiek van de vrouwelijke kunstenaar, haar plaats in de maatschappij en haar zoektocht naar een eigen identiteit.

De expositie is een manifest, een aanklacht tegen de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke kunstenaars in de musea. Op de vorige collectiepresentatie ver-tegenwoordigden zij amper vijf procent van de kunstenaars. Dat was evenveel als op de academische Salons van vóór de Franse Revolutie. De tentoonstelling in het Centre Pompidou toont dan ook precies wat ze wil aanklagen.

Omdat traditionele media zoals de schilder- en beeldhouwkunst door mannelijke kunstenaars al eeuwenlang bezet waren, kozen vrouwen vaak eerder voor nieuwe media als fotografie, video, performance en body art. Niet toevallig zijn dat media die dicht bij de realiteit staan. Ze werden door vrouwelijke kunstenaars niet alleen gebruikt om hun eigen realiteit te tonen, maar vooral om die te beleven.

Hun kunst is zowel extravert als exhibitionistisch, zowel intiem als militant. Ze gaat over het vrouwelijke lichaam en over de vrouwelijke identiteit. Traditioneel vrouwelijke activiteiten als breien, borduren of koken krijgen een artistieke betekenis.

De collectiepresentatie, die de titel elles@centrepompidou kreeg, schetst vooral de historische context van de jaren zestig en zeventig. Militante vrouwen zoals Yoko Ono, de Franse Orlan of de Italiaanse Gina Pane eisten op een directe, soms ironische manier hun plaats in de kunstwereld op.

De nieuwe presentatie heeft ook interesse voor jonge en minder bekende, meestal niet-Europese vrouwen, die dankzij de vorige generatie gemakkelijker hun eigen artistieke taal hebben gevonden. Hun werk is minder anekdotisch, minder expliciet en minder militant, maar daarom niet minder vrouwelijk.

Zolang het geslacht van kunstenaars, hun seksuele voorkeur of hun huidskleur, het onderwerp van een expositie is, wordt hun kunst als marginaal beschouwd. De nieuwe opstelling is dan ook op haar best waar ze zichzelf overbodig maakt. Daar waar men zich de vraag naar het geslacht van de kunstenaar niet meer stelt, kan de kunst worden recht gedaan. Vandaag willen vrouwelijke kunstenaars niet meer als vrouw erkend worden, maar als kunstenaar.

Centre Pompidou, tot 24 mei 2010.
elles.centrepompidou.fr


Lieven Van Den Abeele in De Standaard van 21 augustus 2009

Bekijk ook de video op http://www.youtube.com/watch?v=KsFlzBU5vsg