maandag 11 mei 2015

STUDIEREIS KEULEN ZONDAG 7 JUNI 2015 EN OPEN LES KUNSTGESCHIEDENIS COLLAGES DINSDAG 2 JUNI 2015 DOOR ETIENNE VAN DEYCK.



STUDIEREIS ZONDAG 7 JUNI 2015
KEULEN: RETROSPECTIEVE SIGMAR POLKE
BRÜHL: MAX ERNST MUSEUM
BRÜHL: RealSurreal: AVANTGARDE FOTOGRAFIE 1920-1950




KEULEN: SIGMAR POLKE. RETROSPECTIEVE

De grote overzichtstentoonstelling van de Duitse schilder Sigmar Polke doet tot 5 juli haar laatste halte aan in het Keulense Ludwig Museum, na eerdere stops in New York (MoMA) en Londen (Tate Modern). De jongste jaren werden verschillende grote internationale tentoonstellingen opgezet over het werk van kunstenaars waarvan het oeuvre wortelt in de protestcultuur van de jaren 60. Zelfs in vergelijking met het werk van die generatiegenoten slaat Polke ongemeen hard en kritisch om zich heen.


Sigmar Polke groeit op in Oost-Duitsland. In 1953 verhuist de familie naar West-Berlijn en vervolgens naar Düsseldorf, waar Polke van 1959-60 leerling glasschilder is bij Kaiserwerth. Van 1961 tot tot 1967 studeert hij aan de Kunstacademie in Düsseldorf bij Götz, Hoehme en Beuys. Samen met Gerhard Richter en Konrad Lueg initieerde Polke begin jaren zestig, het zogenaamde ‘Kapitalitisches Realismus’: een spottend commentaar op het socialistisch-realisme als officiële communis-tische kunstvorm. Maar deze kunstenaars namen eveneens de westerse consumptiecultuur op de hak op een manier die verwant was aan de Amerikaanse Pop Art. Vanaf 1965 maakt Polke een gedetailleerde studie van de historische en eigentijdse meesterwerken. Hij creëert variaties op schilderijen van Dürer en Kandinsky,  imitaties van werken uit de Arte Povera en de conceptuele kunst. Sigmar Polke was 27 toen hij met een aantal werken de opvattingen omtrent moderne kunst parodieerde. Zo maakte hij 'Hogere wezen bevalen: schilder de rechter bovenhoek zwart!', 'Dat hebben we zo nog nooit gedaan' en 'Moderne Kunst'. In zijn werk is humor, bravoure en virtuositeit van groot belang. Niets is hem vreemd: hij is afwisselend Fluxus,  Pop Art, Fundamenteel of Abstract-Expressionistisch. Polke heeft geen stijl, maar hanteert vele stijlen tegelijkertijd; hij is niet Duits maar Duits, Frans en Engels tegelijkertijd en veroorlooft zich misschien meer dan de moderne kunst ooit toelaatbaar achtte.
Zo gebruikte hij giftige verf die naar gelang de luchtvochtigheid en de temperatuur van kleur verandert.

In de jaren '70 onderzoekt Polke het verband tussen fotografie en schilderen. Ook is hij in 1970/1971 en in 1977 gastdocent aan de kunstacademie van Hamburg. Hij neemt deel aan de Documenta 5 in 1972 en Documenta 7 in 1982. In 1974 reist Polke naar Pakistan en Afghanistan en gebruikt de foto's van zijn reis als basis voor een aantal gemanipuleerde foto-grafische en geschilderde werken. In deze werken onderzoekt hij vragen als authenticiteit, reproductie, imitatie en auteurschap. Polke begon ook grote gebarende schilderijen te maken, die figuratieve en abstracte beelden combineerden. In 1978 verhuist hij naar Keulen. Polke begint stripverhalen en in de jaren '80 ook politieke thema's in zijn werk te behandelen. In de jaren 1980 experimenteert Polke met materialen en chemicaliën, waarbij hij traditionele pigmenten vermengt met oplosmiddelen, vernissen, vergiften en harsen om een spontane chemische reactie te produceren. Behalve een vrij (her)gebruik van allerlei afbeeldingen is ook Polkes’ experimentele materiaal-gebruik opvallend. Hij onderzoekt de effecten van verschillende verfsoorten, kleurstoffen en schildertechnieken

Het is alsof de kunstenaar zijn materialen in een geheim recept wil laten vervloeien om tot een alchemistische 'veredeling' te komen. Volgens de leer van de alchemie symboliseren de afzonderlijke kleuren ook de verschillende stadia van vervolmaking van mens en natuur. Met zijn werk portretteert Polke niet zozeer de persoon van de mythische alchemist en filosoof, maar maakt hij de (artistieke) creatie zelf tot onderwerp: de scheppingsdrift die altijd in wording is. Uiteindelijk maakt alleen de kunstenaar 'goud uit lood'. Uit deze experimenten kwamen uitgewerkte abstracte schilderijen voort, die reflecteren op de concepten van originaliteit en auteurschap welke de modernistische traditie ondersteunen en in het bijzonder de mystiek van het Amerikaanse Abstract Expressionisme.
In 1982 ontvangt Polke de Will-Grohman prijs, in 1984 de Kurt-Schwitters prijs en in 1986 de eerste prijs voor schilderkunst op de Biënnale van Venetië. In 1987 de Lichtwark-Preis in Hamburg en in 1988 de Landespreis van Baden Württemberg. In 1989 krijgt hij een leerstoel aan kunstacademie van Hamburg. In 1991 maakt hij zijn reeks Neue Bilder.


Polke heeft een aantal werken gemaakt, die beschreven zijn als 'allegorische historische schilderijen'. Deze groepen werken beantwoorden vaak aan het gebied waarin ze worden tentoongesteld, lokale referenties vermengd met bredere reflecties op politiek, cultuur en het maken van beelden
Polke blijft experimenteren met nieuwe stijlen en technieken, waarbij hij rijk zinspelende werken creëert, welke de praktijk van het schilderen opnieuw uitvinden. Hij geeft keer op keer een ironisch commentaar op de effecten van de manipulatie door de massa- media. In 2007 wint Sigmar Polke de vijfjaarlijkse Rubens-prijs van de stad Siegen. Siegfried Gohr van de Kunstacademie van Düsseldorf bestem-pelde Polke als een "kunstenaar van het evenwicht", wiens schilderijen een "ongedwongen" indruk geven.
Polke wordt gelauwerd als "uitmuntende hedendaagse schilder". Hij werd door de jury omschreven als "onvermoeibaar experimentator in wiens werk planning, intuïtie en toeval elkaar steeds weer terugvinden". Polke is de elfde drager van de eretitel sedert die in 1957 voor het eerst werd uitgereikt. (www.kunstbus.nl/)




BRÜHL: MAX ERNST MUSEUM


Brühl is de geboortestad van de veelzijdige Duitse kunstenaar Max Ernst, aan wie het in 2005 een museum heeft gewijd. Het museum is gevestigd in een 19e-eeuws classicistisch paleis, waar Ernst als scholier ooit uit dansen ging en dat compleet werd gerestaureerd en uitgebreid met een stijlvol aangepaste nieuwbouw. De vaste collectie omvat zeven decennia uit de creaties van één van Duitslands grootste beeldend kunstenaars. Het begin bestaat uit dadaïstische werken die in het Rijnland tot stand kwamen en die uit de tijd van deelname aan de surrealistische beweging in Frankrijk dateren. Verder zijn creaties te zien uit de exil-tijd in de Verenigde Staten tijdens en na de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende terugkeer naar Parijs in 1953. Naast het werk uit de vroege periode, beschikt het museum over de voormalige verzameling Schneppen-heim, die vrijwel het gehele grafische oeuvre van Ernst omvat. Een uitgebreide serie verjaardags- en liefdesgeschenken van Ernst aan zijn vrouw Dorothea Tanning, met wie hij dertig jaar samenleefde, geven een duidelijk inzicht in het leven van de kunstenaar.

Max Ernst was schilder, tekenaar, beeldhouwer, en uitvinder van allerhande nieuwe technieken. Bij zijn zoektocht naar nieuwe uitdrukkingsmiddelen liet hij zich uitdrukkelijk leiden door de basisgedachte van het surrealisme, namelijk ‘afkeer van elke heerschappij van de logica, van elk dictaat en van elke controle door het bewustzijn’, waardoor een gedachtespel moest ontstaan gelijk aan dat van dromen en hallucinaties.
Max Ernst werkte veel met de ‘frottagetechniek': daarbij wreef hij met een stift de textuur van verschillende materialen, hout, bladeren, stro op papier, en schiep aldus vormen die hij gebruikte als uitgangspunt voor betekenissen en associaties. Max Ernst is wereldberoemd door zijn collages, waarin hij beelden uit oude boeken combineerde tot fascinerende nieuwe werelden. In zijn zoektocht naar methoden om de verflaag niet onmiddellijk op het doek aan te brengen, ontwikkelde hij de ‘Grattage’. Daarbij wordt een canvas met vele lagen verf behandeld, en dan over grote stukken stof of andere voorwerpen gelegd. Daarna wordt de verf opnieuw afgekrabd, en wordt een afdruk van het onderliggende voorwerp zichtbaar.

Bij de ‘Decalcomanie-techniek’ wordt dun aangebrachte olieverf met glas of een blad papier op een canvas platgedrukt. Bij het terugtrekken van het glas of het blad ontstaan toevallige vormen die Ernst gebruikt als inspiratie voor de verdere uitwerking van landschappen, figuren en andere.

Voor zijn beelden gebruikte hij als mal dagelijkse gebruiksvoorwerpen, zoals eierkartons, kommen, spoelen en draden. Hij transformeerde hun betekenis door ze fantasierijk en komisch te hercombineren.







REALSURREALMEESTERWERKEN VAN DE AVANTGARDE-FOTOGRAFIE. DAS NEUE SEHEN 1920-1950 VERZAMELING SIEGERT
In deze tentoonstelling toont het Max Ernst Museum de belangrijkste Fotografische tendensen uit de jaren 1920 tot 1950 aan de hand van werk van meer dan 100 fotografen. De tentoonstelling kwam tot stand in samenwerking met het Kunstmuseum Wolfsburg en zij toont meer dan 200 meesterwerken uit de Verzameling Siegert (Munchen) over de periode vanaf de ‘Nieuwe zakelijkheid’ tot aan het Surrealisme. Er zijn zeldzame originele afdrukken te zien van fotografen als Herbert Bayer, Brassaï, André Kertész, Laszlo Moholy-Nagy, Albert Renger-Patzsch, Umbo , Wols.




PRAKTISCH

Datum: zondag 7 JUNI  2015
Vertrek: 07h30, hoek Pulhoflaan – Grote Steenweg Berchem (halte tram 7 en 15)
Terug: rond 20h00

Inschrijven: van  18 mei 2015 tot 03 juni 2015 via de Konsepttelefoon: 
0473 93 86 71. 

Spreek een boodschap in en vermeld je naam en telefoonnummer of stuur een sms met je naam en telefoonnummer. Konsept zal je dan zo snel mogelijk contacteren.

Pas nadat Konsept je contacteerde, kan je het verschuldigde bedrag storten op de Konseptrekening IBAN  BE56 3200 6929 8688  -  BIC  BBRUBEBB  en is je inschrijving definitief.
Leden Konsept: 38 €; niet-leden: 46 €
Graag duidelijk vermelden voor wie je inschrijft.



!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

OPEN LES KUNSTGESCHIEDENIS


COLLAGES


DOOR ETIENNE VAN DEYCK. Leraar kunstgeschiedenis


“ Een collage is een beeld dat samengesteld is uit stukken van tekeningen, grafische en gedrukte werken, foto’s en allerhande andere materialen. Deze zijn op een gezamenlijke ondergrond aangebracht met behulp van een kleefmiddel. Deze collage kan vervolgens overschilderd worden,  van tekeningen voorzien of overdrukt . Het begrip ‘Collage’ komt van het Franse woord ‘coller’, kleven. In de 20ste eeuw waren collagetechnieken erg in trek bij de dadaïsten (vb Kurt Schwitters met zijn ‘Merzbildern’) en de surrealisten (vb Max Ernst). Een bijzondere vorm van collage zijn de fotomontages, die in de 20ste eeuw door het werk van John Hartfield tot een echte kunstvorm ontwikkeld zijn; de digitale bewerking van beelden opent daarbij nieuwe perspectieven. Toevoeging van steeds meer reliëf doet collages evolueren naar assemblages.” (*)
Max Ernst


De geschiedenis van de collages in de kunst, hoe deze techniek evolueerde, welk de baanbrekende kunstenaars zijn, de wondere werelden die via deze techniek geopend worden….over dit alles geeft Etienne een boeiende, eigenzinnige visie, vol onverwachte verbanden en inspirerende instekers.

(*) : www.uni-protokolle.de

DINSDAG 2 JUNI 2015  OM 20H00


ATELIER KUNSTGESCHIEDENIS

CONCIËRGERIE ABK MORTSEL