dinsdag 18 december 2018

STUDIEREIS ZONDAG 20 JANUARI 2019 DÜSSELDORF: K 20: “Mikrogeschichten einer ex-zentrischen Moderne” KEULEN: MUSEUM WALLRAF RICHARTZ: “Es war einmal in Amerika”

STUDIEREIS ZONDAG 20 JANUARI 2019
DÜSSELDORF: K 20: “Mikrogeschichten einer ex-zentrischen Moderne”
KEULEN: MUSEUM WALLRAF RICHARTZ: “Es war einmal in Amerika”



Wallraf-Richartz-Museum Keulen: “Es war einmal in Amerika”

 
Edward Hopper: Hodgkins house 1928




De tentoonstelling biedt een groot overzicht van 300 jaar Noord Amerikaanse kunst, meer bepaald van 1650 tot 1950. Beginnend in de koloniale tijd loopt het overzicht over de meesters van het Amerikaanse Realisme tot aan de vertegenwoordigers van het Abstract Expressionisme. Er werden topwerken geleend in de grootste Amerikaanse en Europese musea en verzamelingen, zoals bijvoorbeeld van John Copley, Benjamin West, Edward Hopper, George Bellows, Georgia O`Keeffe, Mark Rothko, Barnett Newman en Jackson Pollock.










De tentoonstelling illustreert, mede door de uitzonderlijke kwaliteit van de 130 werken, de fascinerende variatie en enorme creativiteit van de Amerikaanse kunst. Met zowel bekende als – in Europa – haast onbekende schilderijen, sculpturen, foto’s en voorwerpen van de Native American Art wordt op chronologische wijze een boeiend overzicht geboden van de verschillende ontwikkelingen en stromingen. De toeschouwer krijgt de gelegenheid om vast te stellen dat er niet “één VS-Amerikaanse kunstgeschiedenis” bestaat, maar een veelvoud daarvan. Zo krijgt hij de kans om deze kunst met een actuele, frisse en kritische blik te bekijken, weg van de vooringenomen ideeën.


Düsseldorf: Mikrogeschichten einer ex-zentrischen Moderne


In deze tentoonstelling vertellen “zeven ‘microverhalen’ van excentrisch modernisme” over transculturele kantelmomenten, waarbij kunstenaars en kunstenaressen ter gelegenheid van de publicatie van een manifest, de opening van een tentoonstelling, de stichting van een vereniging, reizen of ontmoetingen hun persoonlijke interpretatie van ‘modernisme’ hebben gedefinieerd. De zeven verhalen brengen ons naar Tokio (1910), Moskou (1913), Sao Paulo (1922), Mexico City (1923), Shimla (1934), Beiroet (1948) en Zaria (1960). De tentoonstelling plaatst belangrijke werken uit de verzameling in dialoog met werken die tot op heden weinig aandacht kregen. Op deze wijze ontstaat een boeiende dialoog en worden vragen opgeroepen die niets aan actualiteitswaarde verloren hebben. Hoe ontstaan nationale en culturele identiteit? Op welke wijze verwerven thema’s als vluchten en exil invloed op de taal van kunstwerken? Welke artistieke, culturele en politieke invloed gaat uit van reizen, ontmoetingen en uitwisselingen? Aan deze tentoonstelling werd vele jaren gewerkt. Het resultaat is een onderzoek van het ‘transculturele’ modernisme.
Tokio, 1910
Yorozu Tetsugoro en Kishida Ryusei waren zowel gefascineerd door de Japanse traditie als door de Europese kunst van omstreeks 1910. Vooral hun zelfportretten illustreren hun zoektocht naar een eigen identiteit, waarbij zij, geïnspireerd door allerlei invloeden een moderne persoonlijke beeldtaal trachten te ontwikkelen. Traditie en Europees geïnspireerd modernisme verdienen daarbij elk hun plaats


Moskou, 1913



Pirosmani, De actrice Margareth (1909)
In 1913 werden in Moskou, samen met werken van de avant-gardisten Malewitsch, Larionow en Marc Chagall ook werken getoond van de Georgische schilder Niko Pirosmani. Deze schilder, bewogen door orthodoxe iconen en oriëntaalse miniaturen, werd de belangrijkste vertegenwoordiger van de neo-primitivistische fase van de Russische Avantgarde











Sao Paulo, 1922


Lasar Segall, De ontmoeting (1924)
De Braziliaanse kunstenares Tarsila do Amaral maakte in de jaren 1920 samen met de schrijver Oswald de Andrade deel uit van de “Anthropo-fagische Beweging”. 
Deze beweging propageerde ‘cultureel kannibalisme’, het zich toe-eigenen van ‘de ander’ door zich van diens kracht meester te maken. Deze metafoor, die zij beschouwden als een strategie voor esthetische dekolonisering, was het leidmotief van de moderne Braziliaanse kunstenaars. De werken van de Joodse kunstenaar Lasar Segall (geboren in Wilna) behandelen thema’s als migratie, identiteit en cultuuroverdracht.







Mexico City, 1923

In 1914 schilderde Modigliani het portret van de Mexicaanse schilder Diego Rivera. Samen met kunstenaars als David Alfaro Siqueiros en Frida Kahlo behoorde hij tot een groep kunstenaars die zich zowel artistiek als politiek inzetten voor de heropbouw van hun land na de burgeroorlog. In 1923 schreven zij mee aan het “Manifest van de vakbond van arbeiders, technici, schilders en beeldhouwers”.


Shimla ,1934

Amrita Sher-Gil Shimla, Tahitiaanse vrouw (1934)
In het interbellum getuigde de Indisch-Hongaarse kunstenares Amrita Sher-Gil van een kosmopolitische identiteit. Na haar studie in Parijs in de dertiger jaren realiseerde zij een mooie synthese van wat zij daar artistiek oppikte en de Indische beeldtraditie. Haar werk werd vlakmatiger, de vormentaal eenvoudiger en het coloriet intensiever.












Beirut, 1948

De Libanese kunstenares Saloua Raouda Choucair werd sterk beïnvloed door Léger, bij wie ze vanaf 1948 drie jaar leerling was. Kritisch kijkend naar de stijl van haar leraar ontwikkelde zij een mooie synthese tussen Arabische kalligrafie, Islamitische geometrie en westerse abstractie. In een kritische publicatie trok ze ten strijde tegen de “achteromkijkende oriëntalisten” en ontwierp ze een visie voor een universele kunst, bedoeld voor een Arabische maatschappij in volle ontwikkeling.


Zaria, 1960




Uche_Okeke_Zaria 1000
In oktober 1960 werd Nigeria onafhankelijk. Een revolutionaire kunstenaarsgroep ‘Zaria Art Society’ schreef toen een manifest waarin een radicale vernieuwing van de kunst werd bepleit. Demas Nwoko, Uche Okeke en de Duitse emigrant Ulli Beier stichtten een transdisciplinaire kunstenaarsgroep Mbari Artist and Writers. Zo ontstond een uitgebreid panafrikaans netwerk dat veel contacten onderhield met de diaspora in Parijs.











Epiloog
De epiloog illustreert hoe het museum Wallraf Richartz, mede onder invloed van evenementen als de Documenta, vanaf de jaren 1950 vooral is gaan focussen op de westerse moderne kunst.

                                      -------------------------------------------

PRAKTISCH   


Datum: ZONDAG  20 JANUARI 2019.
Vertrek: 07h30 hoek Pulhoflaan – Grote Steenweg Berchem (halte tram 7 en 15)
Terug: omstreeks 19h30
Inschrijven: dinsdag 15 JANUARI 2019 vanaf 08h00. Enkel via de Konsepttelefoon: 0473 93 86 71.

Stuur een sms met je naam en telefoonnummer. Je kan ook een boodschap inspreken met vermelding van je naam en telefoonnummer. Konsept zal je dan zo snel mogelijk contacteren.

Pas nadat Konsept je contacteerde, kan je het verschuldigde bedrag storten op de Konseptrekening IBAN  BE56 3200 6929 8688  -  BIC  BBRUBEBB  en is je inschrijving definitief.


Leden Konsept:  42 €; niet-leden: 52 €  (Leden hebben voorrang)
Graag duidelijk vermelden voor wie je inschrijft