maandag 12 december 2011

STUDIEREIS KONSEPT AMSTERDAM & DEN HAAG ZONDAG 29 JANUARI 2012: UITZONDERLIJK AANBOD WEGENS GROOT SUCCES: EXTRA INSCHRIJVINGEN!!!

DE EERDER AANGEKONDIGDE STUDIEREIS ZONDAG 29 JANUARI 2012 NAAR AMSTERDAM EN DEN HAAG IS AL VERSCHILLENDE WEKEN VOLZET. WEGENS GROTE BELANGSTELLING ZET KONSEPT EEN EXTRA AUTOBUS IN.

INSCHRIJVEN KAN NOG TOT 15 JANUARI 2012 !!!


AMSTERDAM: RUBENS, VAN DYCK EN JORDAENS
SCHILDERS UIT DE HERMITAGE


DEN HAAG
MEESTERWERKEN UIT CENTRE POMPIDOU


Hermitage Amsterdam
Rubens, Van Dyck en Jordaens
Vlaamse meesters uit de Hermitage.

Van 17 september 2011 tot en met 16 maart 2012 presenteert de Hermitage Amsterdam een indrukwekkende selectie uit de verzameling Vlaamse kunst van de Hermitage St.-Petersburg. Een magistraal overzicht van 75 schilderijen en circa 20 tekeningen, waaronder talrijke meesterwerken van de grote drie van de Antwerpse school: Peter Paul Rubens, Anthonie van Dyck en Jacob Jordaens en werken van bekende tijdgenoten.
Met 17 schilderijen en vele tekeningen krijgt Peter Paul Rubens (1577–1640) extra veel aandacht in de tentoonstelling. Hij was immers de belangrijkste, begaafdste en meest invloedrijke zeventiende-eeuwse Vlaamse schilder. Bovendien gold hij als een beminnelijk edelman, diplomaat en verzamelaar en was zijn atelier een goed geoliede onderneming. Hij was een fenomeen in zijn tijd, een homo universalis. Zowel zijn religieuze als zijn profane werken illustreren Rubens' ongeëvenaarde talent. Een van de hoogtepunten is de beroemde Kruisafneming (ca. 1618), waarin Rubens overtuigend en vol dramatiek het lijden van Christus uitbeeldde. Dit schilderij is nooit eerder uitgeleend.

Ook zijn invloed en navolging komen in de tentoonstelling ruim aan bod. Zo nemen de elegante en geraffineerde portretten van Anthonie van Dyck (1599–1641), Rubens' beste leerling, een zeer belangrijke plaats in. Hij schilderde rond 1638 de Engelse koning Karel I en zijn echtgenote, de Franse koningsdochter Henriette Maria.

Van Dyck was toen al enkele jaren hofschilder van de koning en inmiddels tot 'sir' Anthony geridderd.
De derde grote meester van de Vlaamse school, Jacob Jordaens (1593–1678), was geen leerling van Rubens maar werd wel door hem beïnvloed. In imposante schilderijen laat hij de beschouwer meegenieten van de sprankelende Vlaamse levenslust. Zelfs zijn historiestukken kregen een Vlaamse sfeer.
Kwetterende vogels, zojuist geschoten wild en fleurige boeketten sieren de stillevens van Frans Snijders, genrestukken met het leven van alledag maakten David Teniers de Jongere beroemd. Er is een ontroerend familieportret van Cornelis de Vos. En nog vele andere belangrijke schilderijen van Vlaamse meesters zijn in volle pracht te zien.
Deze uitgelezen collectie komt voor het eerst naar Nederland. Veel van de geëxposeerde werken zijn in de achttiende eeuw verworven door Catharina de Grote. Ze behoorden tot excellente verzamelingen als die van Pierre Crozat en Heinrich von Brühl, door Catharina in hun geheel opgekocht. De meeste schilderijen werden vervaardigd in opdracht van kerken en wereldlijke opdrachtgevers in Antwerpen en andere Europese steden. Ze ontstonden tegen de achtergrond van de Tachtigjarige Oorlog en de contrareformatie. Die katholieke tegenbeweging van de reformatie zette kerken en particulieren aan om op grote schaal religieuze kunst te bestellen. De imponerende barokstijl van Rubens en zijn tijdgenoten bleek uitstekende propaganda voor de katholieke kerk, de aristocratie en de rijke burgerij.
Aan de hand van een audiotour, een film en computerprogramma's worden in de tentoonstelling de Vlaamse kunst en de geschiedenis van de Vlaamse kunstcollectie in de Hermitage St.-Petersburg uitvoerig belicht. Het bruisende Antwerpen van de zeventiende eeuw komt tot leven op een speciale expositiewand, waar met beeld en tekst schildersateliers, kerken en monumenten zijn aangegeven. Er verschijnt een catalogus met bijdragen van Russische en Vlaamse auteurs.
De tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van OCW en het Ministerie van Financiën vanwege het toekennen van indemniteit.


Ter gelegenheid van deze tentoonstelling werd een selectie gemaakt van 8 ‘Jonge Vlaamse Meesters’ waarvan in een afzonderlijke tentoonstelling werk te zien is.

Den Haag Gemeentemuseum
Parijs
Stad van de moderne kunst


Speciaal voor het Gemeentemuseum Den Haag heeft het prestigieuze Centre Pompidou in Parijs een veertigtal topstukken ter beschikking gesteld. Beroemde meesterwerken van onder anderen Kandinsky, Brancusi, Picasso, Matisse, Miró, Giacometti, Léger, Braque en Delaunay zijn op deze tentoonstelling te bewonderen.

Nog niet eerder werd de relatie tussen Parijs als hoofdkwartier van de moderne kunst en Nederland in beeld gebracht. De Europese tentoonstellingsgeschiedenis telt al voorbeelden van de connectie tussen Parijs en Berlijn of Moskou, maar Nederland heeft tot nu toe nog moeten ontbreken. Verscheidene Nederlandse kunstenaars hebben in Parijs cruciale stappen in hun carrière gezet. Piet Mondriaan is een sprekend voorbeeld, na een bezoek aan Parijs gooide hij het roer om; zowel in zijn beroepsmatige- als in zijn persoonlijke leven. Maar het bleef zeker niet bij Mondriaan alleen, ook Kees van Dongen, Karel Appel en Constant raakten geïnspireerd en beïnvloed door het wervelende, bloeiende artistieke leven in Parijs. Deze aanwezigheid van Nederlandse kunstenaars in Parijs krijgt in de tentoonstelling speciale aandacht.












In de eerste helft van de 20ste eeuw werd de kunst in een enorm tempo vernieuwd. Aangemoedigd door het apocalyptische karakter van de Eerste Wereldoorlog, gedreven door het idee van een betere toekomst of in reactie op de stijl van hun voorgangers, ontwikkelden de kunstenaars in Parijs nieuwe stijlen in de meest wilde en uiteenlopende kleuren en vormen. Parijs was een artistieke vrijplaats, kunstenaars ontmoetten elkaar in het café, groepeerden zich, discussieerden en beïnvloedden elkaar en bevochten hun standpunten. Tegenwoordig kunnen we via internet van over de hele wereld ervaringen en ideeën met elkaar delen, maar in die eerste decennia van de twintigste eeuw voldeed alleen een échte ontmoeting, zo was Parijs de community van de moderne kunst.



Datum: Zondag 29 januari 2012
LET OP: NIEUWE VERTREKPLAATS
Vertrek: 8h30 hoek Pulhoflaan – Grote Steenweg Berchem (halte tram 7 en 15)
Terug: rond 19h00
Deelname in de kosten: leden konsept 36€ Niet leden 43€

Inschrijven nog tot 15 januari 2012

Alle inschrijvingen via de Konsepttelefoon:0473 93 86 71.
Spreek steeds een boodschap in en vermeld je telefoonnummer. Ook een sms met dezelfde informatie is welkom.

Na je telefonische inschrijving en de storting van het verschuldigde bedrag op nr: 320-0692986-88 is je inschrijving officieel.


OPGELET!

ALLEEN WIE HAAR/ZIJN LIDMAATSCHAP VAN KONSEPT VOOR 2012 HERNIEUWDE, GENIET VAN DE KORTING OP DE STUDIEREIZEN IN 2012!

HOE LID WORDEN VAN KONSEPT?

Het lidmaatschap van Konsept loopt van 1 januari t/m 31 december en biedt reductie op alle reizen!
Voor wie van kunst en van de academie houdt, redenen genoeg om lid te worden.

Lidgelden:
- individueel lid: 5€
- gezinslid: 5€
- erelid*: 30 €


Konseptrekening:
Iban BE 56 3200 692986-88
BIC: BBRUBEBB


*Ereleden ontvangen een premieplaat die jaarlijks door een van de leerkrachten wordt ontworpen en op een beperkte oplage gedrukt.

Filip Vervaet, leerkracht atelier beeldhouwen ABK Mortsel, ontwerpt de premieplaat 2012. Meer nieuws hierover binnenkort!

Graag bij de storting duidelijk vermelden "lidmaatschap Konsept 2012" + naam en voornaam van de personen voor wie u betaalt.

maandag 21 november 2011

BOBLIOTHEEK ABK MORTSEL: NIEUWE AANKOPEN KONSEPT NAJAAR 2011

GEORGES GROSZ
Kunst als Sozialkritik
2007. Uitg Saarlandmuseum


Catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in Saarbrücken.
Tekeningen, aquarellen en drukgrafiek. Essay door Anne-Marie Werner: Die Zeichnung als Waffe.















MAX BECKMANN
Zeichnungen und Druckgraphik aus der Sammlung Hegewisch in der Hamburger Kunsthalle.
2005. Uitg Verlag H.M. Hauschild Gmbh Bremen


Catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in de Kunsthal te Hamburg in 2005/2006.








HANS ARP.
Poupées
2007. Uitg Rainer Hüben


Catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in de Kunsthalle Ziegelhütte Appenzell in 2007.
Tekeningen, sculpturen, drukgrafiek, collages




EMIL NOLDE
Ungemalte Bilder
2007. Uitg Hatje Cantz Verlag


Aquarellen uit de periode 1938 – 1945 in de verzameling van de Nolde-Seebüll stichting.
Mooie uitgave met 104 reproducties in kleur van aquarellen uit de periode 1939-1945.




RINUS VAN DE VELDE
2010. Uitg Galerie Rinus Zink München/Berlin


Uitgebreid overzicht van het werk van deze Vlaamse tekenaar. Voorwoord van Adnan Yildiz, Harry Lehmann en Koen Sels, ook in het Nederlands.







GEFUEHL IST PRIVATSACHE
Verismus und Neue Sachlichkeit
2010. UitgKupferstichkabinett SMB Berlin


Zeer uitgebreide catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in 2010-2011.
Aquarellen, tekeningen en grafiek uit het Berlijnse Kupferstichkabinett. Met uitvoerige essays. Duitstalig.





FLORIS JESPERS.
Catalogus bij de Retrospectieve Floris Jespers in het PMMK te Oostende in 2004-2005.
2004. Uitg Pandora Antwerpen.


Zeer uitvoerige en rijk geïllustreerde catalogus met overzicht van het werk van Floris Jespers.
Essay over het werk van de schilder door Jean F. Buyck.




HYPER REAL
Die Passion des Realen in Malerei und Fotografie.
2011. Uitg Verlag der Buchhandlung Walther König.


Zeer uitvoerige en rijk geïllustreerde catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling (2011) in het Ludwig Forum für Internationale Kunst Aachen.
Hyperrealisme in de kunst sedert de jaren 1960. Een welhaast volledig overzicht met zeer veel illustraties.




JOOS VAN CLEVE
Leonardo des Nordens
2011. Uitg Belser Verlag


Uitvoerige catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in het museum Suermondt-Ludwig te Aachen in 2011.
Biografie van Joos van Cleve met prachtige kleurenillustraties van zijn werk.
Duitstalig.




LYONEL FEININGER
Drawings, watercolors, prints.
2006. Uitg Prestel Verlag


Zeer uitvoerige catalogus met 300 kleurenreproducties bij de gelijknamige tentoonstelling in de Kunstsammlungen Chemnitz 2006-2007.




RAYMOND PETITBON
Whatever it is you’re looking for you won’t find it here.
2006. Uitg Kunsthalle Wien


Catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling te Wenen 2006-2007.
Toelichting bij het leven en werk van deze Canadese kunstenaar, ook wel de hedendaagse Goya genoemd. Het boek bevat 500 reproducties van tekeningen, grafiek en schilderijen.



JOSEF ALBERS IN AMERICA
Painting on paper.
2011. Uitg Hatje Cantz Verlag


Catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in Munchen, Bottrop en andere steden 2010-2012.
Het boek bevat een biografie van de kunstenaar en 80 reproducties in kleur.






EMIL NOLDE
1867-1956
2008. Uitg Réunion des musées nationaux, Paris

Catalogus bij een reizende tentoonstelling in Frankrijk, Duitsland, Amerika, Engeland, Spanje en Zwitserland.

Uitvoerige bibliografie en toelichting bij het werk van Nolde. Het boek bevat 162 paginagrote reproducties in kleur. Franstalig




JEFF WALL
The crooked Path
2011. Uitg Bozar Books en Ludion.


Catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in Bozar Brussel 2011.
Zeer uitvoerige catalogus met introductie door Hans De Wolf. Uitgebreide reproducties, ook van het werk van kunstenaars die Jeff Wall inspireren en van kunstenaars die in hun werk expliciet naar hem verwijzen. Engelstalig.



VLAAMSE MINIATUREN 1404 – 1482
2011. Uitg Davidsfonds.


Catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in de Koninklijke Bibliotheek van België 2011.
Uitgebreide toelichting bij de geschiedenis van de Vlaamse miniaturen uit de 15de eeuw. Zeer veel illustraties. Nederlandstalig.


HENRY DARGER
Bruit et Fureur
2009. Uitg Edlin Gallery New York


Heruitgave van de catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in Parijs 2006.
Zeer veel paginagrote reproducties.


ALEX KATZ
Carter Ratcliff, Robert Storr, Iwona Blazwick
2007. Uitg Phaidon.


Volledig overzicht van het werk van Alex Katz, een van de meest toonaangevende Amerikaanse kunstenaars uit het begin van de jaren 1960. Het boek geeft toelichting bij het werk en het leven van de kunstenaar en bevat zeer veel reproducties in kleur. Engelstalig.


ERICH HECKEL
Sein Werk der 20er Jahre
2004. Uitg Hirmer.


Catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in het Brücke-Museum Berlin 2004-2005.
Meer dan 150 reproducties in kleur van tekeningen, grafiek en schilderijen.

donderdag 10 november 2011

SOPHIE TAEUBER-ARP: O.A.TE BEWONDEREN OP TENTOONSTELLING 'GRANDES DAMES' IN K20 DÜSSELDORF (STUDIEREIS KONSEPT ZONDAG 4 DECEMBER 2011)



Sophie Henriette Gertrude Taeuber was een dochter van de uit Duitsland afkomstige apotheker Emil Taeuber en zijn uit Appenzell (Zwitserland) afkomstige echtgenote Sophie. Na het overlijden van Emil Taeuber in 1891 nam de moeder van Sophie weer de Zwitserse nationaliteit aan en verhuisde met haar kinderen naar Trogen. Na haar jeugd in Trogen bezocht Sophie vanaf 1908 de Kunstgewerbeschule in Sankt Gallen. In 1911 zette zij haar studie toegepaste kunst voort, eerst in München aan het Lehr- und Versuchs-Atelier für angewandte und freie Kunst (Debschitz-Schule) daarna tot 1913 in Hamburg. In 1915 vestigde zij zich in Zürich, waar zij deelnam aan de dada-beweging. Tijdens een verblijf in de kunstenaarskolonie Monte Veritá bij Ascona, leerde zij vele avantgardistische kunstenaars, waaronder Hans Arp, kennen. In 1921 troffen Hans Arp en Sophie Taeuber in het Oostenrijkse Tarrenz (Tirol) Hannah Höch, El Lissitzky, Theo van Doesburg, Nelly van Moorsel en László Moholy-Nagy. Taeuber en Arp gingen samenwerken en traden in 1922 in het huwelijk. Van 1916 tot 1929 was Taeuber docente aan de Kunstgewerbeschule Zürich.

In 1926 verhuisde het echtpaar naar Parijs. Pendelend tussen Zürich en Parijs werkten zij met Van Doesburg tussen 1927 en 1929 in Straatsburg aan de herinrichting van de rechtervleugel van de Aubette, waarin vele ideeën van De Stijl werden verwerkt. Mede door dit project waren zij in staat in Meudon een nieuwbouw te laten ontwerpen, waar zij van 1929 tot 1940 woonden. Taeuber werd, evenals haar echtgenoot, lid van de kunstenaarsbewegingen Cercle et Carré en de opvolger Abstraction-Création.

In 1940 vluchtte het echtpaar naar Grasse, waar met Sonia Delaunay een kunstenaarskolonie werd gesticht. Eind 1942 weken zij tenslotte uit naar Zwitserland. Op 13 januari 1943 overleed Sophie Taeuber-Arp in Zürich aan de gevolgen van een koolmonoxidevergiftiging.

bron: Wikipedia

donderdag 27 oktober 2011

STUDIEREIS KONSEPT ZONDAG 29 JANUARI 2012 NAAR AMSTERDAM: RUBENS, VAN DYCK EN JORDAENS - SCHILDERS UIT DE HERMITAGE & DEN HAAG: MEESTERWERKEN UIT CENTRE POMPIDOU

STUDIEREIS KONSEPT AMSTERDAM:
RUBENS, VAN DYCK EN JORDAENS - SCHILDERS UIT DE HERMITAGE

DEN HAAG - MEESTERWERKEN UIT CENTRE POMPIDOU
ZONDAG 29 JANUARI 2012


Hermitage Amsterdam
Rubens, Van Dyck en Jordaens - Vlaamse meesters uit de Hermitage.

Van 17 september 2011 tot en met 16 maart 2012 presenteert de Hermitage Amsterdam een indrukwekkende selectie uit de verzameling Vlaamse kunst van de Hermitage St.-Petersburg. Een magistraal overzicht van 75 schilderijen en circa 20 tekeningen, waaronder talrijke meesterwerken van de grote drie van de Antwerpse school: Peter Paul Rubens, Anthonie van Dyck en Jacob Jordaens en werken van bekende tijdgenoten.

Met 17 schilderijen en vele tekeningen krijgt Peter Paul Rubens (1577–1640) extra veel aandacht in de tentoonstelling. Hij was immers de belangrijkste, begaafdste en meest invloedrijke zeventiende-eeuwse Vlaamse schilder. Bovendien gold hij als een beminnelijk edelman, diplomaat en verzamelaar en was zijn atelier een goed geoliede onderneming. Hij was een fenomeen in zijn tijd, een homo universalis. Zowel zijn religieuze als zijn profane werken illustreren Rubens' ongeëvenaarde talent. Een van de hoogtepunten is de beroemde Kruisafneming (ca. 1618), waarin Rubens overtuigend en vol dramatiek het lijden van Christus uitbeeldde. Dit schilderij is nooit eerder uitgeleend.
Ook zijn invloed en navolging komen in de tentoonstelling ruim aan bod. Zo nemen de elegante en geraffineerde portretten van Anthonie van Dyck (1599–1641), Rubens' beste leerling, een zeer belangrijke plaats in. Hij schilderde rond 1638 de Engelse koning Karel I en zijn echtgenote, de Franse koningsdochter Henriette Maria. Van Dyck was toen al enkele jaren hofschilder van de koning en inmiddels tot 'sir' Anthony geridderd.

De derde grote meester van de Vlaamse school, Jacob Jordaens (1593–1678), was geen leerling van Rubens maar werd wel door hem beïnvloed. In imposante schilderijen laat hij debeschouwer meegenieten van de sprankelende Vlaamse levenslust. Zelfs zijn historiestukken kregen een Vlaamse sfeer.
Kwetterende vogels, zojuist geschoten wild en fleurige boeketten sieren de stillevens van Frans Snijders, genrestukken met het leven van alledag maakten David Teniers de Jongere beroemd. Er is een ontroerend familieportret van Cornelis de Vos. En nog vele andere belangrijke schilderijen van Vlaamse meesters zijn in volle pracht te zien.

Deze uitgelezen collectie komt voor het eerst naar Nederland. Veel van de geëxposeerde werken zijn in de achttiende eeuw verworven door Catharina de Grote. Ze behoorden tot excellente verzamelingen als die van Pierre Crozat en Heinrich von Brühl, door Catharina in hun geheel opgekocht. De meeste schilderijen werden vervaardigd in opdracht van kerken en wereldlijke opdrachtgevers in Antwerpen en andere Europese steden. Ze ontstonden tegen de achtergrond van de Tachtigjarige Oorlog en de contrareformatie. Die katholieke tegenbeweging van de reformatie zette kerken en particulieren aan om op grote schaal religieuze kunst te bestellen. De imponerende barokstijl van Rubens en zijn tijdgenoten bleek uitstekende propaganda voor de katholieke kerk, de aristocratie en de rijke burgerij.
Aan de hand van een audiotour, een film en computerprogramma's worden in de tentoonstelling de Vlaamse kunst en de geschiedenis van de Vlaamse kunstcollectie in de Hermitage St.-Petersburg uitvoerig belicht. Het bruisende Antwerpen van de zeventiende eeuw komt tot leven op een speciale expositiewand, waar met beeld en tekst schildersateliers, kerken en monumenten zijn aangegeven. Er verschijnt een catalogus met bijdragen van Russische en Vlaamse auteurs.
De tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van OCW en het Ministerie van Financiën vanwege het toekennen van indemniteit.

Ter gelegenheid van deze tentoonstelling werd een selectie gemaakt van 8 ‘Jonge Vlaamse Meesters’ waarvan in een afzonderlijke tentoonstelling werk te zien is.

Den Haag Gemeentemuseum
Parijs
Stad van de moderne kunst


Speciaal voor het Gemeentemuseum Den Haag heeft het prestigieuze Centre Pompidou in Parijs een veertigtal topstukken ter beschikking gesteld. Beroemde meesterwerken van onder anderen Kandinsky, Brancusi, Picasso, Matisse, Miró, Giacometti, Léger, Braque en Delaunay zijn op deze tentoonstelling te bewonderen.

Nog niet eerder werd de relatie tussen Parijs als hoofdkwartier van de moderne kunst en Nederland in beeld gebracht.

De Europese tentoonstellingsgeschiedenis telt al voorbeelden van de connectie tussen Parijs en Berlijn of Moskou, maar Nederland heeft tot nu toe nog moeten ontbreken. Verscheidene Nederlandse kunstenaars hebben in Parijs cruciale stappen in hun carrière gezet.

Piet Mondriaan is een sprekend voorbeeld, na een bezoek aan Parijs gooide hij het roer om; zowel in zijn beroepsmatige- als in zijn persoonlijke leven. Maar het bleef zeker niet bij Mondriaan alleen, ook Kees van Dongen, Karel Appel en Constant raakten geïnspireerd en beïnvloed door het wervelende, bloeiende artistieke leven in Parijs. Deze aanwezigheid van Nederlandse kunstenaars in Parijs krijgt in de tentoonstelling speciale aandacht.

In de eerste helft van de 20ste eeuw werd de kunst in een enorm tempo vernieuwd. Aangemoedigd door het apocalyptische karakter van de Eerste Wereldoorlog, gedreven door het idee van een betere toekomst of in reactie op de stijl van hun voorgangers, ontwikkelden de kunstenaars in Parijs nieuwe stijlen in de meest wilde en uiteenlopende kleuren en vormen. Parijs was een artistieke vrijplaats, kunstenaars ontmoetten elkaar in het café, groepeerden zich, discussieerden en beïnvloedden elkaar en bevochten hun standpunten.

Tegenwoordig kunnen we via internet van over de hele wereld ervaringen en ideeën met elkaar delen, maar in die eerste decennia van de twintigste eeuw voldeed alleen een échte ontmoeting, zo was Parijs de community van de moderne kunst.



Datum: Zondag 29 januari 2012
LET OP: NIEUWE VERTREKPLAATS!!!!!
Vertrek: 8h30 hoek Pulhoflaan – Grote Steenweg Berchem (halte tram 7 en 15)
Terug: rond 19h00
Deelname in de kosten: leden konsept 36€; Niet leden 43€

Inschrijven vanaf 29 oktober 2011 en voor 15 januari 2012

Alle inschrijvingen via de Konsepttelefoon: 0473 93 86 71.
Spreek steeds een boodschap in en vermeld je telefoonnummer. Ook een sms met dezelfde informatie is welkom.
Na je telefonische inschrijving en de storting van het verschuldigde bedrag op de Konseptrekening: 320-0692986-88 ben je officieel ingeschreven.

STUDIEREIS ZONDAG 4 DECEMBER 2011 NAAR DÜSSELDORF: GRANDES DAMES - DIE ANDERE SEITE DES MONDES - K20 - JAPANSE HOUTSNEDEN VAN KUNISADA EN KUNIYOSHI - VASTE COLLECTIE KUNSTPALAST IN NIEUWE OPSTELLING.

GRANDES DAMES
DIE ANDERE SEITE DES MONDES
K20
JAPANSE HOUTSNEDEN VAN KUNISADA EN KUNIYOSHI
VASTE COLLECTIE KUNSTPALAST IN EEN NIEUWE OPSTELLING


ZONDAG 4 DECEMBER 2011: EEN DAGJE DUSSELDORF

Kunstpalast - Vaste collectie

Het museum Kunstpalast heropende zijn deuren in mei 2010 na twee jaren restauratie- en aanpassingswerken. Bij deze gelegenheid werd de vaste collectie volledig herschikt en wordt aan de hand van ongeveer 450 werken alle rijke facetten van de collectie getoond.
De collectie omvat laatmiddeleeuwse skulpturen, Vlaamse en Nederlandse schilderijen van de 16de tot de 18de eeuw, Europese schilderkunst van de romantiek tot aan het impressionisme met als hoogtepunt de Düsseldorfse school, werken van de Duitse expressionisten, van de ZERO groep en van de kleurveldschilders van na 1945.

Eén van de hoogtepunten is de Rubensgalerie met de schilderijen ‘De hemelvaart van Maria’ en ‘Venus en Adonis’, aangevuld met werken van de hofschilders van de keurvorst, zoals Jan Frans Douvens en de beeldhouwer Gabriel de Grupello. De galerij is uitgebreid met een balkonwaar de verzameling barokke olieverfschetsen wordt getoond.

Je kan er kunstenaarskamers bewonderen, van Nam June Paik met zijn multimonitorinstallatie Fish Flies on Sky, de ruimte met werken van Joseph Beuys of de ZERO-lichtruimte die in 1964 in Kassel ter ere van Fontana werd samengesteld door Heinz Mack, Otto Piene en Günther Uecker.
Veel aandacht verdient de legendarische ‘Creamcheese’ (1967-1977) en de door Thomas Schütte ontworpen installatie Meubilair voor ‘One Man House’ uit 2005.
Kunst na 1945 is vertegenwoordigd door Sigmar Polke, Gerard Richter, Frank Stella, David Hokney, Antonio Caldara en vele anderen.

Kunstpalast: Japanse houtsneden van Kunisada en Kuniyoshi

Aan de hand van 80 werken geeft de tentoonstelling een mooi overzicht van het verscheiden werk van meesters van de Japanse kleurhoutsnedekunst Kunisada (1786-1865) en Kuniyoshi (1798-1861).
Het werk van beide meesters wordt gekenmerkt door een groot koloriet en door brede expressieve houdingen van de personages.










Tijdens de herfst 2011 en lente 2012 wordt door K21 en K21 zeer veel aandacht besteed aan vrouwelijke kunstenaars. Te gast in de vaste tentoonstelling zijn werken van vrouwelijke kunstenaars die in het museum ontbreken, en in K21 krijgen verschillende vrouwelijke kunstenaars de mogelijkheid een eigen kunstenaarsruimte in te richten.


K20: Te gast in de verzameling: Grandes Dames

Dit verzamelproject kwam tot stand doordat het museum zich de vraag stelde: welke grote vrouwelijke kunstenaars uit de periode van de ‘klassieke moderne meesters’ ontbreken in onze verzameling. Door werken in langdurig leengebruik te krijgen wordt aldus de verzameling vervolledigd. Op deze wijze werd de verzameling van K20 uitgebreid met schilderijen en skulpturen van Natalia Gontscharowa, Käthe Kollwitz, Paula Modersohn-Becker, Gabriele Münter, Meret Oppenheim, Ljubow Popowa en Marianne Werefkin

K20: De vaste verzameling

Het museum K20 beschikt over een prachtige collectie moderne kunst. Zwaartepunten in de collectie zijn: de Duitse expressionisten, Paul Klee, Picasso en het kubisme, het surrealisme, Amerikaanse kunst na 1945, Foto- en videokunst, Joseph Beuys, en nog vele andere.

K20: Die andere Seite des Mondes

In het middelpunt van deze tentoonstelling staan acht vrouwelijke kunstenaars die tijdens de jaren 1920 – 1930 nauw betrokken waren bij de esthetische vernieuwingen in de Europese kunstscène. Het zijn voor het grote publiek waarschijnlijk ten onrechte eerder onbekende kunstenaars, maar in de boeiende en dynamische netwerken van kunstenaars in die periode speelden zij een belangrijke rol en hadden zij onmiskenbaar hun plaats. In deze tentoonstelling wordt hulde gebracht aan Claude Cahun, Dora Maar, Sonia Delaunay, Florence Henri, Hannah Höch, Sophie Taeuber-Arp, Katarzyna Kobro en Germaine Dulac.
Hun gezamenlijk werk omvat zeer verscheidene kunstrichtingen, van dadaïsme over konstructivisme tot surrealisme. Zij maken gebruik van schilderijen, fotografie, collages en beeldhouwwerk.
Sophie Taeuber-Arp (1889-1943) verbindt het dadaïsme en de geometrisch abstracte kunst met het surrealisme; samen met Mondriaan en Van Doesburg speelt zij een belangrijke rol bij de verspreiding van de Konkrete kunst in Europa.

Hannnah Höch (1889-1978) behoort samen met Sonia Delaunay (1885-1979) tot de stichters van de Berlijnse Dada. Florence Henri (1893-1982) vertegenwoordigde in Frankrijk ‘Het nieuwe kijken’ en was overal thuis waar de avantgarde de revolutie predikte: bij de Futuristen in Rome, en bij de Kubisten in Paris of in het Bauhaus te Dessau.
Dora Maar (1907-1997) en Claude Cahun (1894-1954) gelden als de meest radicale vertegenwoordigsters van het vroege surrealisme
Bijna al deze kunstenaars waren in de loop der jaren op en af met elkaar bevriend, of kenden elkaar langs hun werken om. De wegen, de verbindingen, de wisselende vriendschappen en tijdelijke relaties, kortom de Europese netwerken van deze vrouwelijke kunstenaars, moeten doorheen de 230 werken in deze tentoonstelling zichtbaar en duidelijk worden.

K20: Schmela Haus: Jordan Wolfson.

Deze in 1980 geboren Amerikaan kan gerust aangezien worden als een van de meest interessante kunstenaars van zijn generatie. In het Schmela Haus presenteert hij een keuze uit recent en ouder werk. Centraal in zijn werk staat het onderzoek naar ons cultureel onderbewustzijn en naar onze consumptiecultuur; bij dit onderzoek maakt hij gebruik van zowel schilderijen, filmprojecten als van fotografisch werk. Bij de voorbereiding van deze tentoonstelling heeft hij het Schmela Haus meerdere keren bezocht en bracht hij ingrepen aan die onze waarneming van de architectuur wijzigen. Ook om deze reden is een bezoek aan de tentoonstelling de moeite waard.



Datum: Zondag 4 december 2011

LET OP: NIEUWE VERTREKPLAATS!!!!!!!!!!!!
Vertrek: 8h45 hoek Pulhoflaan – Grote Steenweg Berchem (halte tram 7 en 15)
Terug: rond 20h00
Deelname in de kosten: leden konsept 30€; Niet leden 37€

Inschrijven vanaf 29 oktober 2011 en voor 30 november 2011

Alle inschrijvingen via de konsepttelefoon: 0473 93 86 71.
Spreek steeds een boodschap in en vermeld je telefoonnummer. Ook een sms met dezelfde informatie is welkom.
Na je telefonische inschrijving, en na storting van het verschuldigde bedrag op nr: 320-0692986-88 ben je officieel ingeschreven.

maandag 24 oktober 2011

APOTHEOSE: TENTOONSTELLING JACQUELINE VAN DER MUEREN BIJ KONSEPTSPONSOR 'DE HEERLYCKHEID'.

1973-2011
APOTHEOSE

29/10/2011 t/m 31/12/2011

JACQUELINE VAN DER MUEREN

DE HEERLYCKHEID: Pretoriastraat 28 2600 BERCHEM

open: wo t/m vr 10-19 u
za 10 -18 uur

maandag 17 oktober 2011

SAÏD SALHI,11 JAAR, WINT POSTKAARTWEDSTRIJD 2011 VAN ABK MORTSEL & KONSEPT. CAMILLE BORTIER, 12 JAAR, BEKROOND MET TWEEDE PRIJS.

Saïd Salhi, 11 jaar, is de winnaar van de “Postkaartwedstrijd 2011” van de academie voor beeldende kunst Mortsel i.s.m. Vriendenkring Konsept.

De “postkaart – jury” kent Saïd de eerste prijs toe omwille van de sterke kleurencompositie.

Aan de eerste prijs is een gratis inschrijving verbonden voor het schooljaar 2011 – 2012 aan de academie.

Saïd volgt inmiddels de lessen algemene beeldende vorming op woensdagnamiddag in het 6de leerjaar bij Paul Morez.


De poëtische postkaartcollage van Camille Bortier, 12 jaar, wordt door de jury bekroond met de 2de prijs, die bestaat uit een koffer met academiebenodigdheden.




Zowel de inschrijving aan de academie als de koffer met academiebenodigdheden worden gesponsord door Konsept.

donderdag 13 oktober 2011

VIERDAAGSE KONSEPTREIS OKTOBER 2011: REISVERSLAG DIRK VERHAEGEN

KONSEPTREIS OKTOBER 2011

Een busreis in de regen. Dirk is onze trouwe chauffeur, met deze keer een stijlvolle nieuwe bus. Tussen waken en slapen lees ik in De zeven levens van Rome van Robert Hughes, over de relatie tussen Futurisme en Fascisme. Een volumineuze documentatie over de huidige reis krijgt snel voorrang. Buiten af en toe een glimp van een Maas of een Rijn. Quadrat Bottrop Josef Albers Museum is ons eerste reisdoel. Josef Albers (1888-1976) is in Bottrop geboren en het museum, een laag gebouw van glas en staal, eert zijn sobere, wijze kunst. Over Josef Albers spreek ik al te graag, zelfs in die mate dat we haast zouden vergeten te kijken, en dat terwijl Albers nu net onze ogen wou openen en ons alles als ervaring aanbiedt. Josef Albers wou rustige, meditatieve schilderijen maken, meditatieve schilderijen van de twintigste eeuw, die de toeschouwer uitnodigen tot actief zien. Lineaire werken uit zijn Bauhaus periode gaan de kleurervaringen van zijn Amerikaanse periode vooraf. De series Hommage to the Square huldigen niet zozeer het kwadraat als wel de kleur en vooral haar onvatbaarheid. In veelvoud getoond bereiken de werken hun optimale, mysterieuze schoonheid. Het didactische, dat er zeker ook is, krijgt poëtische en zelfs metafysische dimensies. De wortels van Albers kunst moet men o.m. zoeken bij Goethes Farbenlehre, bij Chevreuls De la loi du contraste simultané, bij Malevitch en zijn suprematistische kwadraat, in het rationele Bauhaus, in de experimentele psychologie (Wundt, Fechner, …) en ook nog in de pre-Columbiaanse kunst. Albers genoot eerst een opleiding als leraar en werd pas nadien kunstenaar. Eén van zijn leraren was de voor zijn glasramen bekende Jan Thorn-Prikker. Glas en transparantie, dat is ook een aspect van Albers. Om al deze invloeden niet tot hutsepot maar tot overtuigende eenvoud te verwerken moet men een groot kunstenaar zijn. We wandelen door de tuin waar de vroege herfstkleuren zich spiegelen in de glimmende wiskunde van Max Bill. In de vijver beweegt een kinetisch werk van George Rickey met de onvoorspelbaarheid van de wind. De elegante vormen lijken de ene keer op bamboeriet, de andere keer op een stille reiger. We schenken ook heel wat aandacht aan een indrukwekkende 'Kaukasische Flügelnussbaum'; de vriendelijke dame aan de balie heeft die naam netjes voor ons opgeschreven. Bad timing. Een genadeloze stortvlaag jaagt ons goed nat naar de bus. We bekijken de gekochte postkaarten. Geen kwadraten, die hadden we reeds tienvoudig. Wel één waarop een aquarel staat afgebeeld: Pagode. Het oosten. En een door Albers gemaakte foto met mistige alpentoppen en met silhouetten op de helling à la Caspar David Friedrich. Romantiek. Daar is hij weer, onze Caspar.

Museum Ostwall im Dortmunder U: Zentrum für Kunst und Kreativität. Onder de titel 'Das Museum als Kraftwerk' wordt op twee verdiepingen van het gigantische gebouw de verzameling getoond. Vooral Fluxus en Happening zijn sterk vertegenwoordigd. Dieter Roth met zijn extreme materiaalgebruik (chokolade, konijnenkeutels, …) geniet mijn speciale belangstelling, ook al omdat we op weg zijn naar Hannover en naar afvalkunstenaar Kurt Schwitters. Tijd en verval provoceren de aanspraken op eeuwigheid. De speelse, contesterende geest van George Brecht, Nam June Paik, Dieter Roth en Wolf Vostell vraagt ondanks de humor speciale concentratie en naast kijken moet er best ook veel gelezen worden. Informele Kunst, Nouveau Réalisme, Zero en Kinetiek zijn ook goed vertegenwoordigd. Twee monitoren met performances van Erwin Wurm worden door ons gezelschap met voorbeeldig geduld bekeken. Lichaam en kleding worden sculptuur. Extreme lichamelijke ervaringen bepalen mee de grenzen van het grensoverschrijdende.

In de Petrikirche bewonderen we het uit 1521 daterende Antwerpse retabel. Het passieverhaal wordt in dertig reliëfs uitgebeeld. De drukke taferelen laten geen plaats voor leegte en van op afstand lijkt het geheel als een zwaar getextureerd oppervlak. Het enorme altaarstuk bevindt zich achter een glazen wand. Een verrekijker zou welkom zijn om de vele details te lezen. We moeten het met een detail op alweer een postkaart stellen. Vrouwen bij het graf. Met hoeveel liefde werd in die tijd ook het onzichtbare gemaakt!

Het Museum für Kunst und Kulturgeschichte toont naast toegepaste kunst -we herkennen enkele glazen uit eigen kast- een hele reeks Italië-landschappen. Een Junotempel met maanlicht van C.D. Friedrich en een gedurfde, ruwgeborstelde Golf van La Spezia van Carl Blechen wil ik hier vernoemen. De Golf van La Spezia waar de romantisch dichter P. B. Shelley enkele jaren eerder tijdens een storm verdronk.

Busrit op weg naar Hamm. Buiten avondgloed met silhouetten van koeltorens. The sublime now.

's Morgens een regenboog. Stukjes blauw in de lucht. Zon en dan weer dreigende luchten. We naderen klimmend het voor het Duitse nationale gevoel blijkbaar erg belangrijke maar voor ons eerder lugubere Hermannsdenkmal. Het sombere regenweer en de duistere bossen doen hun best het spel mee te spelen. In de houten hut, halverwege het monument, een poster met daarop afgebeeld de restauratie uit 1952. Het kolossale beeld krijgt hier grappig gezelschap van touwen, stellingen en lilliputachtig alpinisme. De projecten van de theatergroep Royal de Luxe komen de reisgenoten bij deze groteske schaalverhoudingen eveneens voor de geest.

Lemgo is een stadje met vele mooi bewaarde huizen uit de Weser-renaissance. Gepolychromeerde houten gevels met levensbeschouwelijke inscripties nodigen uit tot fotografisch oponthoud. In het park een verdwaalde Ionische zuil en een kleine obelisk. De Lutherse Nicolaïkirche en haar omgeving vormen een prachtig geheel. Binnen wordt het orgel gestemd. De langgerekte tonen zouden hedendaagse sacrale muziek kunnen zijn. Why not? Een fresco en in de hoogte polychrome fragmenten met geometrische patronen. In de directe omgeving van de kerk een monument dat in alle opzichten de antipode is van het grootsprakerige Hermannsdenkmal. Het is een blok roze marmer met summiere sculpturale ingrepen. Het monument is allesbehalve opdringerig; indringend is het des te meer. Ik vertaal de inscriptie:

IK WIL GEEN VOETBREED WIJKEN
TER HERINNERING AAN MARIA RAMPENDAHL
1645-1705
IN 1681VOOR HEKSERIJ AANGEKLAAGD WEERSTOND ZE DE FOLTERING.
DOOR HAAR AANKLACHT EINDIGDEN DE HEKSENPROCESSEN IN DE STAD
LEMGO WAARAAN 200 VROUWEN EN MANNEN TEN OFFER VIELEN.
HAAR NAAM STAAT VOOR ALLE ONSCHULDIG VERVOLGDEN VAN DEZE STAD.
VERMANING EN AANMOEDIGING VOOR ONS ALLEN

Ook het als stadsmuseum ingerichte Hexenbürgermeisterhaus herinnert met foltertuigen aan de fanatieke zestiende-eeuwse heksenjager Hermann Cothmann.

We stappen richting Junkerhaus. Deze excentrieke negentiende-eeuwse creatie kan gemakkelijkheidshalve gerekend worden tot de Outsider Art en de schepper -een gediplomeerd architect met professionele artistieke ambities- zullen sommigen ongetwijfeld situeren in de regionen van de waanzin. Maar we weten dat grenzen relatief zijn en wie weet was het niet een eigenzinnig, het extreme liefhebbend artistiek project. In de gekke wildgroei voel ik in elk geval ook veel beheersing en maat. We zijn op weg naar Hannover en daarom kan deze buitenissige Junker (1850-1912) voor de gelegenheid zowel een voorbode van Kurt Schwitters en zijn Merzbau zijn als een nabeeld van Gilles drukke altaarstuk.

Na de middag bezoeken we de Kunsthalle te Bielefeld waar men uitpakt met een tentoonstelling 'Picasso 1905 in Paris'. Het betreft de periode waar Picasso's blauwe periode plaats maakt voor de roze. Zijn werk is dan de stille, klassieke tegenpool van de schreeuwerige doeken van Matisse, Vlaminck en Derain. De invloed van de lineaire, in desolate ruimten gesitueerde figuren van Puvis de Chavannes wordt duidelijk. Het zoeken naar een eigen, primitivistische beeldtaal lijkt voorlopig nog geforceerd. Voor een aantal echte meesterwerken moeten we het met formaatgetrouwe reproducties stellen. Foto's en affiches van het oude, toen nog landelijke Montmartre begeleiden de tentoonstelling. In de beeldentuin is werk van o.a. Henry Moore en David Rabinovitch.

Marta Herford. De spektakelarchitectuur van coryfee Frank Gehry wordt gauw ontmaskerd als banale blinkende decoratie. Binnen toont een tentoonstelling design, uitgedaagd door het heden. Een reeks horloges doet mij zonder aarzeling naar een goede oude tijd verlangen, niet deze van de koekoeksklok, maar deze van ontwerpers als Max Bill en Arne Jacobsen. Op de wand loopt de wijzerplaat van de klok terug. Een andere kalender versnippert de dagen. Huisraad met papierpulp in een andere hoek.

Busrit van Herford naar Hannover. Het landschap afwisselend lieflijk en somber-desolaat. De avond valt. We bereiken het gigantische hotel in de plenzende regen. Een loper en een luifel verwelkomen ons als per vergissing. Uit het venster van onze kamer hebben we zicht op het gigantische, feeëriek verlichte Neues Rathaus. Kitcherig of niet, het mag er zijn, ja het is MERZ en KUBLA KAHN in een klap. Welterusten met Anna Blume.

Zondagochtend. Een prachtige rit richting Herrenhauser Garten. Onderweg glimpen van Niki de Saint Phalles Nanas en van Kenneth Snelsons trek-en duwkrachtsculptuur. Het regent alweer. De Berggarten moeten we opgeven. De wandeling in Georgengarten valt beter mee. Wilhelm Busch museum. Wilhelm Busch (1832-1908) is vooral beroemd als dichter, cartoonist en tekenaar. Ons verrast hij hier met knappe tekeningen en gedurfde schilderijtjes naar de natuur. Uiteraard wekten enkele aspecten van zijn fromme Helene onze nieuwsgierigheid. De wandeling gaat terug langs het Leibnitzmonument, een klassiek rond tempeltje met een borstbeeld. Zonder pruik lijkt de vader van de Duitse verlichting op een filosoof uit de oudheid. Filosoof, natuurkundige, wiskundige en alles wat men maar denken kan. En nu naar Grosser Garten. Ruimtelijkheid, perspectieven, een fontein en een barokke waterval die een voorspel is tot de ook aan Gaudi schatplichtige grot van Niki de Saint Phalle. We eten taart in het stijlvolle restaurant. Het staat te lezen op de muur: 'De vijg (Ficus Carica) groeit reeds meer dan 300 jaar in de Herrenhäuser Garten. Keurvorstin Sophie bracht ze met andere vruchten uit het zuiden mee. De vruchten, de galerie, de barokke tuintraditie geeft ons de beste raad: ze geeft ons tijd en omgeeft ons met tijd. Ze bepaalt de schoonheid van onze omgeving en de stijl van onze keuken, die zo goed is omdat genot tijd verlangt.' Met of zonder genot, op tijd bij de bus is de boodschap. In de nu zonnige dreef wordt druk petanque gespeeld.

Landes Museum. Vooral veel werk van Paula Modersohn-Becker. Een Halfnaakte Italiaanse met bord. Twee berken. Een desolaat Avondlandschap. Vooral een indrukwekkend authentiek talent. Een snelle gang langs Max Slevoght, Lovis Corinth en Max Lieberman ('Beter en goed geschilderde knol dan een slechtgeschilderde madonna'). Bewondering voor onze Belg Theo van Rysselberghe. Rottmann, Dahl, Carus, Blechen boeien mij telkens opnieuw. En natuurlijk Caspar David Friedrich: een Ochtend met uitvarende boten, grafisch-fijn geschilderd, en nog van Friedrich een reeks met momenten van de dag. Landschappen die zielebeelden zijn. Ook twee landschapjes aan een dijk van ene zeventiende-eeuwse Jan Wouwerman bleven niet onopgemerkt. Hoe mooi is het op zulke reis als we schoonheid kunnen delen!

Spengler Museum. Een in vele opzichten fantastisch museum. De architectuur is landschappelijk. De vloer is van kasseien en golft. De verzameling is onwaarschijnlijk mooi. Drie lichtinstallaties van James Turrell. Een ervan leidt ons terug naar de baarmoeder waar we het licht in de duisternis zien. Herboren worden. Trap af. Zicht op de tuin met alweer twee kinetische sculpturen van Georg Rickey. Beneden in de ondergrondse verdieping een ensemble koele abstracten. Hannover had in de jaren twintig een zeer boeiende avant-garde, o.a. rond het Kestner Gesellschaft, waar El Lissitzky en Friedrich Vordenberge-Gildewart hun atelier hadden. Lissitzky bedacht in 1927 het Abstrakten Kabinett voor het Landes Museum. Verschuifbare panelen en lamellen laten de toeschouwer toe de schilderijen te isoleren of om ze afwisselend op lichte of donkere achtergrond te bekijken. De versie die we nu in Spengler te zien krijgen is een reconstructie. Dat we de dadaïst Kurt Schwitters in gezelschap van constructivisten aantreffen hoeft niet te verwonderen: hij was bevriend met Lissitzky en met Theo van Doesburg, en zijn typografische experimenten en taalspel verraden een structurele belangstelling. Sommige werken lijken ook parodieën op De Stijl. Collage, assemblage, klankpoëzie, typografie, installatie, performance: het zijn allemaal aspecten van deze beminnelijke Hannoverse duizendpoot. Arp zei over Schwitters dat hij de schoenmaker van de dichtkunst was, die zijn leder nijver en doelloos klopt, zo onderscheiden van een zingende vogel als een dikhuid. Met welke uitzonderlijke zwier zong, fluisterde, trilde, ratelde, jubelde hij zijn Ursonate … Maar Schwitters was vooral ook een romanticus. Hij droeg zijn klankgedichten voor tegenover de bulderende golven en hij hield van het noorden waar hij landschappen schilderde en tekende. We kunnen een getrouwe repliek van zijn in de tweede wereldoorlog vernietigde Merzbau betreden, een koele, absurde grot vol humor. Onze Fromme Helene ontmoet haar dubbelgangster en poseert gewillig. Schwitters hield het niet bij die ene Merzbau: ook in Noorwegen en in het Engelse Lake District realiseerde hij gelijkaardige werken. Vooral deze laatste onderscheidde zich van de Hannoverse Merzbau door zijn rurale, organische karakter. De Merzbau was dan een Merzbarn geworden. De avant-gardist had zich van de netwerken van de avant-garde bevrijd en was een geopoëet geworden. We vervolgen ons bezoek en we verbazen ons over de topkwaliteit en de aangename presentatie van zovele aspecten van het modernisme. Ik koop twee boeken: Anna Blume und ich: Zeichnungen von Kurt Schwitters en Lyyonel Feininger: Fotografien 1928-1939. De foto's van Feininger zou ik willen typeren als Nacht-und-Nebel-modernisme. Ook Feininger was een in het modernisme verdwaalde romanticus.

Avondwandeling. Marktkirche. Baksteengotiek. Oude huizen. In de straatstenen brengt een stalen plaat poëtisch hulde aan taalvirtuoos Schwitters. In Café Konrad worden we bediend door een op Frieda Kahlo lijkende Anna Blume. We zijn onvermoeibaar vermoeid. Een laatste inspanning om het Holocaust Monument van Pistoletto te vinden. Het maanlicht komt ons waarschuwen voor de valkuilen van de romantiek.

Op weg naar Münster. Ik lees over Lemgo en over het Teutoburgerwald. Buiten zon in flarden mist. Gouden licht op de akkers. In tegenlicht bomenrijen, paarden, kraaien. Een oude windmolen. Af en toe wordt de bleke, strakke zonneschijf een onbegrensde schittering. Het Landesmuseum. We zien werk van de schilderende dichter Ernst Meister, schrifturen vergelijkbaar met Dotremont of Michaux. Videokunst van Johanna Reich doet moderne klassiekers herleven: Kassandra herinnert aan de groteske collages van Hannah Höch, Cut aan de doorkerfde doeken van Fontana en River in Flood aan de symmetrische spiegelingen van Ferdinand Hodler. Het nieuwe laat het oude zelden los. Het museum wordt verbouwd. Het grootste deel van de verzameling is te zien in een transparant depot. Topwerken worden in een viertal zalen diachronisch met elkaar geconfronteerd, inhoudelijk of formeel. Dit is een formidabel concept. We zien een Romaanse Christus in gezelschap van een Tapiès of geabstraheerde dieren van Franz Marc naast een Stilleven met vleeskorf van Frans Snijders. Albers krijgt gezelschap van een blauw monochroom van Yves Klein en van een Ruïne met avondlucht en wassend maantje van Carl Blechen; zelf moet Albers het stellen met onaangepast spotlicht. Ook zijn Structurele Constellatie, die sedert vele jaren de museumgevel siert, is momenteel verdwenen.

Taart en koffie bij H. Krimphove pain/gâteau. Bezoek aan de Domkirche. We concentreren ons geduldig op het astronomische uurwerk, een mandala van de nieuwe tijd. Het oorspronkelijke uurwerk uit 1408 sneuvelde in de beeldenstorm; het huidige uurwerk dateert van 1540-42 en is het werk van schilder-boekdrukker-wiskundige Tzwyfel. We wachten op de tijd die hier zoals in Herford averechts draait. Graf van kardinaal Clemens Augustinus de Galen die hier in zijn preken het nazisme aanklaagde. Ook de moderne glasramen van Georg Meistermann, die het onzichtbare zichtbaar maken, krijgen veel aandacht. Bezoek aan het Rathaus. Bezoek aan het Museum Pablo Picasso. Veel posters, gadgets en weinig Picasso. Fotograaf David Douglas Duncan portretteerde zowat alle beroemde kunstenaars. Dezen betaalden in de meeste gevallen met eigen werk van inferieure kwaliteit. Moe, moe, moe. tijd voor een Stube.

Ik wil tot slot trakteren met een tekst van Kurt Schwitters die ondergetekende voor u belangeloos vertaalde en die veel met ons reizen te maken kan hebben:

'We leven 25 minuten te laat, en wel van rechts gezien. Van links gezien leven we 20 minuten te kort. Te laat en te kort is ons rechtse en linkse noodlot. Bekijkt men ons echter vanboven, dan zijn we plat als een knop, bekijkt men ons vanonder dan zijn we hoog als een cilinder. Van voor beschouwt men ons achteraanzicht en van achter onze buik, want die hebben we ook. Wanneer nu de sneeuw tussen onze tenen smelt, dan krijgen we heftige tandpijn, die eerst ophoudt wanneer de zon direct in onze hersens schijnt. Daardoor ontstaan echter de verlichte gedachten, die voor iemand volstaan om wijsheden als deze op te schrijven.'

Dirk Verhaegen, oktober 2011

woensdag 12 oktober 2011

STUDIEREIS KONSEPT ZONDAG 4 DECEMBER 2011. OP HET PROGRAMMA O.A. 'GRANDES DAMES' IN K20 DÜSSELDORF. EEN VOORSMAAKJE ALVAST OP EEN VAN HEN: PAULA MODERSOHN-BECKER



Meer info over deze studiereis volgt!

Paula Modersohn-Becker (Dresden, 8 februari 1876 - Worpswede, 21 november 1907) is een Duitse schilderes die wordt beschouwd als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het vroege expressionisme.
Twee jaar na haar geboorte verhuisde de familie Becker naar Bremen, waar Paula opgroeide. In 1892 logeerde ze een half jaar bij haar tante in Londen, daar ontving ze haar eerste tekenlessen. Terug in Bremen volgde ze, onder de aanmoediging van haar ouders, een opleiding tot lerares, tegelijk bleef ze echter teken- en schilderlessen volgen. In 1895 hielden de kunstenaars van de kunstenaarskolonie Worpswede een tentoonstelling in de Kunsthalle Bremen. In 1896 volgde ze een opleiding gesponsord door de Verein der Berliner Künstlerinnen (Nederlands: Vereniging van Berlijnse kunstenaressen) die samenviel met een stage in Berlijn als lerares.
In 1897 bracht ze voor het eerst een zomer door in Worpswede, een kunstenaarsdorp dat vlak boven Bremen ligt. In de herfst van 1898 verhuisde ze er heen. Ze werd er bevriend met de beeldhouwster Clara Westhoff (1875-1954) en de schilder Fritz Mackensen (1866-1953) die haar schilderlessen gaf. Ook leerde ze er Otto Modersohn kennen waarmee ze in 1901 zou trouwen. In het dorp hadden kunstenaars zich verzameld als protest tegen de dominantie van de klassieke kunstacademies en het stadsleven. De hoofdonderwerpen van de schilderijen waren dan ook de agrarische dorpsgemeenschap en de noordelijke landschappen. Viermaal reisde Paula naar Parijs, waar ze tijdens de langere bezoeken studeerde aan de Academy Colarossi en de École des Beaux Arts. In Parijs leerde ze verschillende kunstenaars van de avant-garde kennen en maakte ze kennis met de werken van onder andere Paul Gauguin en Cézanne die grote invloed op haar werk hadden.
Paula Modersohn-Becker overleed op 31-jarige leeftijd na de geboorte van haar dochter Mathilde (Tillie).
Het werk van Paula Modersohn Becker omvat portretten, kinderafbeeldingen, scènes uit de agrarische gemeenschap van Worpswede, landschappen, stillevens en zelfportretten. De zelfportretten laten duidelijk de ontwikkeling van Paula zien, hierin is ze vergelijkbaar met Käthe Kollwitz. Paula maakte vooral veel zelfportretten in het jaar 1906, hiermee probeerde ze zich onafhankelijk van haar man op te stellen. In deze tijd ontstonden ook haar naakte zelfportretten, die als eerste naaktzelfportretten in de kunstgeschiedenis gelden. Deze waren voor die tijd uiterst vrijpostig en gingen tegen alle kunstconventies in.
Paula's agrarische scènes zijn bewust onromantisch en niet moraliserend. Ze richten zich in tegenstelling tot Käthe Kollwitz' werk niet op het sociale aspect van het platteland. De werken worden gedomineerd door een interesse in vorm en vlak. Het beeld is vaak tegen de academische standaard in platte vlakken verdeeld en de voorstelling begint al meteen op de onderste rand. Deze 'grove' uitbeelding van het boerenleven onderscheiden zich duidelijk van de toen heersende traditie het boerenleven heroïsch weer te geven. Haar stijl heeft ook weinig gemeen met de stijl van de Worpsweder kunstenaars die meer in de traditie van genrestukken werkten.
Zeer ongewoon zijn ook haar afbeeldingen van kinderen. De schilderijen missen elk sentiment en geven een ernstige en eerlijke weergave van de kinderen. Ze nam daarmee duidelijk afstand van de kinderafbeeldingen uit de jaren 1900, zoals die van Hans Thoma, Hermann Kaulmann en Ferdinand Waldmüller. Deze werken van Paula stuitten dan ook op het meeste onbegrip. De kunsthistorica Christa Murken-Altrogge wees op de stilistische overeenkomst tussen Paula's kinderafbeeldingen en de werken van de jonge Pablo Picasso die rond dezelfde tijd ontstonden in diens blauwe periode. De portretten van 1906 en 1907 tonen elementen van de geometrisch stijl van het kubisme.
Tijdens het Nazi-regime werd haar kunst entartet (Nederlands:ontaard) verklaard en daarom werd veel vernietigd.
Tegenwoordig wordt haar werk alom geroemd vanwege de vooruitstrevendheid en schoonheid.

Bron: Wikipedia

dinsdag 27 september 2011

STUDIEREIS KONSEPT: KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK VAN BELGIE – VLAAMSE MINIATUREN & KASTEEL VAN GAASBEEK - SLEEPING BEAUTIES - ZATERDAG 22 OKTOBER 2011

KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK VAN BELGIE - VLAAMSE MINIATUREN
KASTEEL VAN GAASBEEK - SLEEPING BEAUTIES

(Uitzonderlijk aanbod: Rondleiding met gids in beide tentoonstellingen!)

KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK VAN BELGIE - VLAAMSE MINIATUREN

Voor het eerst brengen de Koninklijke Bibliotheek van België en de Bibliothèque nationale de France hun collecties samen en bundelen ze hun krachten om de bloeitijd van de Vlaamse miniatuurkunst in het volle daglicht te zetten. Ze organiseren een dubbeltentoonstelling van internationale allure die opent in Brussel (van oktober tot december 2011) en daarna een vervolg krijgt in Parijs (van maart tot juli 2012). Het publiek krijgt op elke plaats verschillende handschriften te zien.

Dit gemeenschappelijk project is het resultaat van het onderzoek dat sinds meerdere jaren in beide instellingen wordt gevoerd en dat reeds verwerkt werd in een aantal wetenschappelijke catalogi.

In totaal worden maar liefst 140 van de meest prestigieuze verluchte handschriften aan het publiek voorgesteld. Sommige zijn al meer dan 50 jaar niet meer getoond, andere zijn onbekend. De originele scenografie zal niet alleen oog hebben voor de stukken zelf, maar ook de context waarin die stukken tot stand zijn gekomen zal uitgebreid aan bod komen.
Zo dringt de bezoeker pagina na pagina steeds dieper door in een middeleeuwse fantasiewereld die wordt bevolkt door helden en legenden en waar we Alexander de Grote, Karel de Grote, Lancelot en de fee Melusine zij aan zij vinden met Reinaart de Vos, gevleugelde draken en aardige eenhoorns.

Dit evenement, een echte uitwisseling tussen twee nationale instellingen, biedt een uitzonderlijke en unieke kans om een deel van de verzamelingen van Belgische en Franse handschriften tentoongesteld te zien.

Waardevolle miniaturen uit de Bibliothèque nationale de France zullen worden tentoongesteld in Brussel en vice versa. Zo krijgt de bezoeker de kans om handschriften te ontdekken die hij later niet meer zal kunnen bewonderen.








KASTEEL VAN GAASBEEK - SLEEPING BEAUTIES

Nothing happens unless first we dream. (Carl Sandburg)

Sleeping Beauties wil veel meer zijn dan een voorspelbare verzameling slapende schoonheden. De tentoonstelling neemt de bezoeker mee naar een droomwereld down the rabbit hole. De expo brengt een selectie werken uit de hedendaagse kunst van de laatste dertig jaar die zich specifiek door slaap en droom liet inspireren.


Naar de filosofie van het Kasteel van Gaasbeek treden de werken van grote namen en aanstormende talenten in dialoog met de romantische kasteelinterieurs. We ontmoeten slapende figuren en poëtische dagdromers, maar ook mysterieuze schimmen en beklemmende nachtmerries. Bezoekers worden ondergedompeld in een onwerkelijke sfeer, geïnspireerd door het blauwe uur. Je komt terecht in een intermediaire wereld, die zweeft tussen dag en nacht, tussen waak en slaap. Een wereld waarin realiteit fake en dromen werkelijkheid lijken, waar de tijd vertraagt en haast tastbaar wordt. Parallel hiermee wordt in een aantal kasteelzalen een historisch slaaptafereel geplaatst dat van op een strategische plaats de actuele expo becommentarieert en countert. Zo ontstaat een tweede rode draad die als een residu uit het verleden, als ‘verborgen verleider’ ook, naast de hoofdverhaallijn loopt.

Enkele kunstenaars: Michael Borremans, Sophie Calle, David Claerbout, Desirée Dolron, Lily Dujourie, Ann Veronica Janssen, Hans Op de Beeck, Andres Serrano, Spencer Tunick, Bill Viola,…



PRAKTISCH

Datum: ZATERDAG 22 OKTOBER 2011
Vertrek: De bus vertrekt stipt om 9 uur in de PULHOFLAAN (hoek Grotesteenweg aan de Carrefour) te Berchem. Je kan je auto daar gemakkelijk parkeren
Terug: rond 18 uur
Deelname in de kosten: leden Konsept en studenten ABK Mortsel: 30 € ; Niet-leden: 37 €
Inschrijven: vanaf 28 september 2011 en voor 18 oktober 2011

Alle inschrijvingen uitsluitend via de Konsepttelefoon: 0473/93 86 71. Spreek steeds een boodschap in en vermeld je telefoonnummer. Ook een sms met dezelfde informatie is welkom.
De inschrijving is pas officieel na storting van het bedrag op nr: 320-0692986-88, met de mededeling: Studiereis Konsept 22/10/2011. IBAN: BE56 3200 6929 8688 - BIC: BBRUBEBB

Beperkt aantal deelnemers, dus snel inschrijven.

OPGELET: TIJDENS DE VIERDAAGSE REIS VAN KONSEPT DONDERDAG 6 T/M ZONDAG 9 OKTOBER KAN U NIET INSCHRIJVEN. GELIEVE NIET TE BELLEN !!!!!!!!

VRIENDENKRING ACADEMIE VOOR BEELDENDE KUNSTEN MORTSEL
Lieven Gevaertstraat 52 – 2640 Mortsel tel. 0473 93 86 71
IBAN: BE56 3200 6929 8688
BIC : BBRUBEBB
konsept@scarlet.be
www.konseptmortsel.blogspot.com

donderdag 22 september 2011

KONSEPT BEZOEKT TIJDENS HAAR VIERDAAGSE STUDIEREIS (6-9 OKTOBER 2011) HET HERMANNSDENKMAL IN DETMOLD



Het Hermannsdenkmal ("Hermannsmonument") is een monument bij Detmold, in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. Dit massieve beeld van ongeveer 53 meter hoog draagt een verhaal, het verhaal van Hermann (Arminius)

Een Romeinse stadhouder genaamd Publius Quinctilius Varus, verbleef in augustus, 9 jaar na Christus, al enige maanden met zijn troepen in het gebied wat nu Minden heet. Hij was bevelhebber over drie legioenen, bij elkaar zo’n 15 tot 20 duizend man. Binnenkort zouden ze terugmarcheren naar het winterkamp bij Haltern. Arminius, een vorst van de Germaanse stam der Cherusken, was in dienst bij de Romeinen en daardoor goed op de hoogte van hun situatie. Waar Varus niet van op de hoogte gesteld was, was dat Arminius (Latijn voor Herman, of een voorloper van die naam) al een paar maanden bezig was geweest met een grote hinderlaag.

Toen Varus en zijn mannen op de terugreis waren, ontving hij een bericht over een opstand in een afgelegen provincie in de buurt van de rivier Wezer. Hij koos er dan ook voor een andere route te nemen, en zo naar Weser te gaan. Maar wat hij niet wist, was dat de Germanen hier juist op hadden gehoopt. Ze hadden deze route uitgekozen omdat het erg dichtbebost was, ingesloten door heuvels en moerassen. Varus en zijn mannen zouden hier nooit in strijdformatie kunnen plaatsnemen. Een langgerekte colonne, bestaande uit soldaten, kooplieden, proviandkarren en bagage werd dus gevormd. Dit was ideaal voor de Germanen. De aanval duurde drie lange dagen. Hierbij vonden de Germanen ook nog eens steun bij het slechte weer wat er dwaasde. Op de tweede dag pleegde Varus, die geen uitzicht meer zag, zelfmoord. Aan het eind van de derde dag werden ook de laatste Romeinen verslagen door de Germaanse hoofdmacht. Deze strijd raakte eeuwenlang in vergetelheid.

dinsdag 13 september 2011

CONCERTTIP: DAAU VS FERNANDO SARDO & GEM IN DE SINGEL

DAAU - of Die Anarchistische Abendunterhaltung -, exponent van de Antwerpse rockscene, debuteerde in 1995 met een titelloze cd en een eigen sound.

Klassiek geschoolde muzikanten bespeelden hun akoestische instrumenten met een rockattitude, gaven blijk van een zigeunerspirit en improviseerden erop los.


Sinds dat debuut geniet DAAU een imposante live reputatie. De groep toert intensief door heel Europa en blijft indruk maken op de grote festivals.

In zijn huidige viermansbezetting gaat DAAU een alliantie aan met multi-instrumentalist Fernando Sardo en GEM (Grupo Experimental de Música). Musea en openbare ruimten overal in Brazilië bieden onderdak aan muziekconstructies van Sardo, bouwsels waaruit geluiden komen en waarmee voorbijgangers kunnen 'spelen'. Tijdens een van de biënnales van São Paulo liet hij een groep beschilderde mensen het Museum van Moderne Kunst bestormen om er een party op te zetten met muziek van GEM. Dat Braziliaanse collectief geniet internationale faam dankzij hun 'dessintetizador', oftewel 'de-synthesizer'.

Samen met DAAU en Sardo komt GEM in residentie in deSingel en Vooruit om een gezamenlijk podiumprogramma klaar te stomen. Het concert in deSingel maakt deel uit van het Villanella- en deSingelfestival 'Vamos Brasil!'.

Ter herinnering, DAAU dat zijn:

SIMON LENSKI,cello
ROEL VAN CAMP,accordeon
HAN STUBBE, klarinet
HANNES d'HOINe,contrabas

muzikale uitvoering DAAU , Fernando Sardo , GEM (Grupo Experimental de Música)

VRIJDAG 4 NOVEMBER 2011
Rode Zaal deSingel Antwerpen

Niet te missen en snel reserveren, het concert in de Vooruit is uitverkocht!

Een tip van Marijke Burman

maandag 5 september 2011

MET STIP TE NOTEREN IN UW AGENDA: EINDEJAARSFEEST KONSEPT EN OPENDEURDAGEN ABK MORTSEL 2012

PROCLAMATIE & FEEST: VRIJDAG 22 juni 2012
























OPENDEURDAGEN: ZATERDAG & ZONDAG 23 & 24 JUNI 2012

woensdag 31 augustus 2011

BOEKENTIP: DON THOMPSON - SHOCK ART. DE COMPLEXE RELATIE KUNST - GELD

Regelmatig lees je in de krant, of hoor je op de radio of televisie, dat weer een of ander kunstwerk verkocht is voor een recordbedrag. In deze persartikels zitten meestal weinig antwoorden op de vragen van menigeen : wie koopt dat werk, waarom, met welk geld, de relatie tussen kunstwerk en de verkoopprijs, ...

Enkele jaren geleden vroeg ik een verzekeraar gespecialiseerd in kunstverzekeringen hoe ze de te verzekeren waarde bepalen. Groot was mijn verbazing toen ik hoorde dat dit zijn probleem niet was. De klant diende de waarde zelf op te geven. Er moet geen tekening bij om duidelijk te maken dat dit een zeer delicaat klusje is en dat bij beschadiging en:of diefstal discussies niet uit de lucht gegrepen zijn. Het verklaart wel het belang van “in vertrouwen te kunnen werken” in deze branche. In de daaropvolgende jaren zocht ik in Londense boekenwinkels naar boeken over het verzekeren van kunst om toch een antwoord op mijn vraag te vinden, maar tevergeefs ... . Enkele maanden geleden vond ik dan uiteindelijk toch een boek dat de financiële aspecten uit de kunstwereld belicht : Shock Art, handel en hebzucht in de hedendaagse kunst, van Don Thompson

Een kunstenaar creëert een werk om welke reden dan ook maa r niet per se om economische motieven. Als hij er een prijs op kleeft omdat hij het wil verkopen, verschuift zijn activiteit van kunst naar handel. Don Thompson houdt zich in zijn boek vooral bezig met de economische wereld achter en naast de kunstenaar en geeft als dusdanig aardig wat inzicht in de economische wereld rond een kunstwerk. Op het mogelijke dilemma van de kunstenaar, creêren of handel drijven, gaat hij niet zo diep in.
Het boek is grotendeels gebaseerd op interviews zodat een mogelijke kritiek kan zijn dat het subjectief is. Daartegenover staat dat de verschillende actoren belicht worden waarbij schakel per schakel de zwakke en sterke punten aan bod kunnen komen. Galerijen, veilinghuizen, musea, .. de rol van al deze actoren wordt uitvoerig besproken. De aangehaalde voorbeelden zijn zeer concreet. Status, en vooral hoe de diverse betrokkenen vanuit hun hoek hierop inspelen, wordt uitvoerig besproken.
Ook de psychologische aspecten rond het veilen en/of verkopen van kunst komen uitvoerig aan bod. Dat mensen kunst kopen om ermee te pronken en om te laten zien hoe machtig te zijn, is niet alleen van deze tijd.
Het boek zet aan tot reflectie en doet je inzien dat kunst een gevaarlijke vorm is van beleggen. Succesverhalen vind je gemakkelijk maar de verliezers likken hun wonden in stilte.

Kortom, dit is een boek dat ingaat op vragen waar je meestal geen antwoord op krijgt. Lezen dus!



DON THOMPSON - SHOCK ART (uitgeverij Walewein 2010)
De complexe relatie Kunst - Geld

Een boekentip van Konseptlid Johan Bulteel, Mortsel dinsdag 16 augustus 2011

dinsdag 16 augustus 2011

ABK MORTSEL OP CULTUURMARKT VLAANDEREN ZONDAG 28 AUGUSTUS 2011

Het thema van de Cultuurmarkt in Antwerpen dit jaar is ecologie.

Er wordt aandacht besteed aan duurzame communicatie (minder gedrukte communicatie, FSC-papier, non-toxische inkten, …), mobiliteit (fietsenstallingen, openbaar vervoer stimuleren, …) en catering (bio, regionaal, seizoensgebonden).


In de Antwerpse binnenstad zijn er gratis optredens, zowel binnen als buiten. Je ontdekt er alle genres: klassieke muziek, theater, jazz, stand-upcomedy, musical, fanfares, dans, funk ...

Bovendien zijn de Antwerpse musea gratis toegankelijk tijdens de Cultuurmarkt.


De stand van de Academie voor Beeldende Kunsten Mortsel vind je op het Steenplein.

De Cultuurmarkt van Vlaanderen 2011 vindt plaats op zondag 28 augustus tussen 11.00 en 18.00 uur in het centrum van Antwerpen.

maandag 1 augustus 2011

KONSEPT BEZOEKT HERRENHAUSER GARTEN IN HANNOVER TIJDENS DE VIERDAAGSE STUDIEREIS (6-9 OKTOBER 2011)




De Herrenhäuser Gärten ('tuinen van Herrenhausen') in Hannover bestaan uit vier aaneenpalende maar afzonderlijk tuinen: de Großen Garten, de Berggarten, de Georgengarten en de Welfengarten.

De Großen Garten (grote tuin) in Herrenhausen is een van de belangrijkste baroktuinen in Europa. Deze vormt het historisch centrum van het tuinencomplex : een grote, ongeveer rechthoekige en door een gracht omgeven tuin. Aan de noordzijde stond het Schloss Herrenhausen dat bij bombardementen op 18 oktober 1943 vernield werd. Het kasteel wordt thans met middelen van de Volkswagenstichting herbouwd.

De Berggarten evolueerde van een groententuin naar een botanische tuin met serres. In 2006 werd hier ook het Sea Life Center-aquarium geopend.

De Georgengarten ligt ten westen van de 'Großen Garten' en behoort, zoals de Welfengarten tot de stadswijk Nordstadt. Deze tuinen zijn in Engelse stijl aangelegd

dinsdag 26 juli 2011

MUSEUM JUNKERHAUS IN LEMGO: OP HET PROGRAMMA VAN DE VIERDAAGSE STUDIEREIS KONSEPT NAAR DORTMUND-HANNOVER-MÜNSTER (6-9 OKTOBER 2011). VAN RUHR TOT TEUTOBURGERWALD.




In Lemgo, een klein plaatsje in Duitsland, staat een huis vol waanzinnig houtsnijwerk, fantasiemeubelen en kleurrijke muurdecoraties. Architect Karl Junker heeft geen centimeter van de door hemzelf ontworpen woning onbewerkt gelaten. Na zijn dood in 1912 heeft er niemand meer gewoond. Het verlaten huis is nu een museum.

De jonge Karl Junker
Zijn dorpsgenoten vonden hem een zonderling. En er deden allerlei verhalen de ronde over de geestesziektes waaraan hij zou leiden.
Karl Junker werdt geboren in Lemgo in 1850. Hij volgde een kunstopleiding in München, en reist vanaf zijn 27ste een aantal jaren door Italië. Vermoedelijk woonde hij een tijd in de buurt van Rome in een Duitse kunstenaarskolonie.

De bouw van het Junkerhaus
In 1881 keerde hij terug naar Lemgo. Dankzij een erfenis van zijn grootvader hoefde hij de rest van zijn leven niet meer te werken. En had hij genoeg geld om een huis te laten bouwen. Hij ontwierp een riant woonhuis, dat in 1989 gebouwd wordt aan de rand van het dorp. Vanaf 1891 tot aan zijn dood leeft en werkt hij ononderbroken in dit huis.

Zijn levenswerk een droom
Het is ontroerend om te zien dat hij zich daarbij een heel sociaal leven voorstelde. Er zijn prachtige vertrekken om gasten te ontvangen. Er is een slaapkamer met een prachtig twee persoons ledikant, in de hoek een kinderwiegje. Er is een kinderkamer, en aan de eettafel staat een kinderstoel. Maar al dromend en werkend heeft hij uiteindelijk de laatste twintig jaar van zijn leven juist in afzondering doorgebracht.

Zonderling of visionair?
Zijn werk is bestudeerd door psychologen, die hem als schizofreen en psychotisch beschouwen. Zelf schijnt hij gezegd te hebben dat hij zijn tijd vooruit was, en dat de waarde van zijn beeldend werk pas later zou worden erkend. Junker heeft al zijn talenten als schilder, architect en beeldhouwer gebruikt om een droom werkelijkheid te laten worden. Het Junkerhaus is een uitzonderlijke nalatenschap van een man met een enorme verbeeldingskracht en vrijheid van denken.